Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Anne over de doop: 'Ik heb mijn eigen graf gegraven…'

Na een losbandige pubertijd gooide Anne op haar zestiende het roer om: ze liet zich dopen in de kerk en liet daarmee haar zonden achter. Dacht ze. Inmiddels is ze ruim tien jaar verder en kijkt ze er iets anders naar de doop.

Deel:

Ik was zestien toen ik besloot dat ik nog één keer zo ongeveer alles zou doen wat God verboden had in het Spaanse Salou en dan was het klaar. Het was namelijk tijd om schoon schip te maken.

Terwijl ik een losbandige vakantie met vriendinnen beleefde, overhandigde mijn zus een biechtbrief namens mij aan onze ouders. Hierin stond zo ongeveer alles wat ik had uitgespookt waar zij niets vanaf wisten. Mijn leven was tot op dat punt namelijk nogal tegenstrijdig: binnenshuis was ik de perfecte dochter en daarbuiten een losgeslagen puber. Deze dubbelzinnige rol begon zijn tol te eisen dus leek het mij het verstandigste om via deze weg alles maar op te biechten.

Zonden wegwassen met de doop

Nadat ik dit had gedaan, was de volgende stap een biecht naar God. In de kerk hoorde ik dat ‘God je zonden wegwast’ door middel van de doop. Een prettig beeld vond ik dat en dus liet ik mij onderdompelen in het water. In een zwembad midden in de kerk.

Voor de doop was het gebruikelijk om iets over het waarom te vertellen in een 'getuigenis'. Ik had het al talloze keren gezien. Mensen vertelden hoe ze zich hadden verloren in zonde en voor God wilden kiezen. Er waren niet veel momenten waarin het populair was om zondig te zijn in de kerk, maar dit was het moment waarop het mocht. Hoe zondiger en smeuïger, hoe beter. Mensen houden nou eenmaal van een radicaal verhaal.

Ik greep dus deze unieke kans aan en gaf hun een verhaal. Mijn verhaal. Het werd goed ontvangen: vervolgens mocht ik voor 26.000 jongeren mijn verhaal doen op de EO-jongerendag (zie foto boven). Het voelde als een opluchting: een bevrijding van mijn dubbelzinnige rol.

Na deze doop kwam er een koerswijziging van 180 graden in mijn leven. Alle zonde was weggewassen en nu was het plan om nooit meer te zondigen. Ik spitte de Bijbel door en was na het lezen van de Bergrede bijna bereid om daadwerkelijk mijn handen af te hakken en ogen uit te rukken (het is bij mij vaak een beetje alles of niets).

Wat betekent die doop nu nog?

Inmiddels is mijn kijk op de situatie wel enigszins veranderd. Met de jaren ben ik met meer nuance en relativering naar mijzelf gaan kijken. Ja, ik was een beetje uit balans geraakt, maar wat de kerk (en ik daardoor) toen als zonde bestempelde, zie ik nu anders. Deze verandering maakt dat ik ook anders kijk naar de doop. Heeft de doop voor mij nu nog betekenis als ik het toen zag als een biechthok en ik mijn zonden van die tijd nu niet meer als zonde bestempel?

Ik heb heel wat zondagen gespendeerd in de kerk dus ik weet wel dat de doop meer betekenis heeft dan een veredeld biechthok, maar het christelijke jargon heeft het mij niet makkelijk gemaakt om deze betekenis te vatten: ‘Sterven aan jezelf’, ‘Wedergeboorte’, ‘Die and rise with Christ’. Eerlijk gezegd vond ik het een raadsel.  De doop werd niet zozeer gezien als een schoonwassing van de zonde, maar vooral als een graf. Het was voor mij moeilijk om te bedenken wat er dan precies dood moest. Toentertijd was ik er sterk van overtuigd dat dit mijn zonde was.

Totdat ik verschillende boeken begon te lezen zoals Een nieuwe aarde van Eckhart Tolle en Bevrijd van je zelf van Tim Keller. Hierin werd de focus verlegd van gedragnaar identiteit. De doop gaat vanuit dat nieuwe perspectief niet meer zozeerover onze buitenschil (ons gedrag) maar over onze kern, ons Zijn.

Vanaf dat moment was de doop voor mij geen veredeld biechthok meer, maar inderdaad een graf. Een plek waar je symbolisch afscheid neemt van jouw ego. Waarbij je loskomt van alles wat je groter maakt of afleid van wie je bent, zodat je je (opnieuw) kunt verbinden met God. Het staat dus voor mij niet meer voor een biecht met de onmogelijke taak om mijzelf te fixen, maar voor het graven van mijn eigen graf.

De perfecte egokiller

Eerlijk gezegd vind ik het bewerken van mijn eigen ondergang (ego) best verlossend. Tegelijkertijd geloof ik niet dat een eenmalige onderdompeling met water je voorgoed verlost van het ego, maar ik zie de doop wel als een symbolische eerste schep aarde op de kist.

Met terugwerkende kracht had ik op basis van deze inzichten de doop en de tijd erna waarschijnlijk iets anders ingestoken. Al was het bekennen van mijn losbandige jeugd in een wit gewaad en ondergedompeld worden in een zwembad midden in de kerk, als tiener(!) misschien wel het perfecte begin van de ondergang van mijn ego.

Foto boven: Willem Jan de Bruin

Geschreven door

Anne van Tricht - van Veen

--:--