Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Zo heb je het verhaal van die drie vrienden in de brandende oven nog nooit gelezen…

Deel:

We zijn aanbeland bij een spectaculair en bekend verhaal: De drie vrienden van Daniël die in de brandende oven worden gegooid. Toch lukt het Dries en Alain je dit verhaal net weer even anders te lezen…

De theologen uit ons panel – Dries en Alain – lezen Daniël 3:1-30, de droom van Nebukadnessar.

Er is geen God die kan redden als deze

Dries:

De verhalen in het boek Daniël spelen zich af in ballingschap. Daniël en zijn gezellen zijn een toonbeeld van goede gelovigen. Zelfs in een cultuur die zich niet stoort aan God of gebod, houden zij vast aan hun God en diens geboden. Want dat is de enig juiste weg. 

Koning Nebukadnessar dwingt zijn onderdanen een reusachtig gouden beeld te aanbidden. Aanbidden betekent dat je alles ondergeschikt maakt aan die godheid. En die godheid staat voor alles wat groot is; en voor alles wat van goud is. Alles wat groot en van goud is de hoogste waarde toekennen, dat komt ons bekend voor…

Sadrak, Mesak en Abednego doen er niet aan mee. Hun God heeft oog voor wat klein en arm is. Is met hen begaan, ver weg van huis en haard, en onbetekenend in de ogen van de mensen om hen heen. Het komt ze op de doodstraf in de vuuroven te staan. Maar hun God, de God van ballingen en arme mensen, blijkt toch de sterkste. Daar vertrouwen zij op. 

Dat ene verbijsterende zinnetje

Ze zeggen tegen de koning: ‘Onze God is in staat ons te bevrijden uit het laaiende vuur. En dat zal Hij ook doen…’ En dan staat daar dat verbijsterende zinnetje: ‘Maar de koning moet weten: zelfs als God ons niet bevrijdt, zullen wij uw reusachtige gouden beeld niet aanbidden.’ 

Dat is lef. Je blijft niet trouw omwille van een beloning, maar omdat het de enig goede weg is. Ook – ja juist – te midden van een cultuur die anders denkt en doet. Zoals in de zakenwereld volhouden dat het welzijn van mensen boven winstbejag gaat. Bij voetbal niet bidden om een doelpunt, maar dat je jouw tegenstander geen letsel toebrengt.

In kringen waar haat, wraak en terreur wordt gepredikt, volhouden dat liefde een juister antwoord is. Op school of universiteit volhouden dat je kennis gebruiken voor goede doelen belangrijker is dan gaan voor eigen succes. En in een maatschappij (of politieke partij) die vluchtelingen ver van eigen grenzen houdt, volhouden dat kleine mensen belangrijker zijn dan goud en welvaart…

Als ik dat durf, laat ik zien dat er niets gaat boven onze God. 

Geen sterke tiran, maar een bespottelijk personage

Alain:

De Babylonische koning Nebukadnessar staat voor alles wat de bijbelschrijvende Joden haatten. Die eikel stak de koning van Jeruzalem zijn ogen uit, maar niet voordat hij de zonen van de man voor zijn ogen had laten vermoorden. Hij sloopte de muren rondom de heilige stad en brandde de joodse tempel plat. De schatten uit die tempel nam hij mee naar zijn eigen prachtige stad Babel – Nebukadnessar is de man die God zelf heeft verslagen.

In de context van die gruwelen kun je de verhalen van Daniël lezen. De diepe afkeer voor de koning van Babylonië is de rode draad die door het hele bijbelboek loopt. Maar de schrijvers van het boek Daniël maken van Nebukadnessar geen sterke tiran, maar een bespottelijk personage. Kijk maar mee. 

In het ene verhaal is hij een huilebalk die niet meer kan slapen omdat hij een nachtmerrie heeft gehad. Hij wil al zijn raadgevers laten vermoorden wanneer ze de droom niet kunnen duiden. Gelukkig lukt dit Daniël wel – en net op tijd. Dan valt Nebukadnessar spontaan op zijn knieën voor die jongen en draagt een offer aan hem op. 

In het andere verhaal laat Nebukadnessar een beeld voor zichzelf bouwen. Daniëls vrienden weigeren voor dat beeld te buigen, en dat maakt de koning zó boos dat hij hun oven voor straf zeven keer zo heet laat opstoken. Van de weeromstuit roept de koning van Babel uit dat iedereen die met de God van Israël spot in stukken moet worden gehakt. 

Een hemels stukje satire

Op dit punt denk je misschien al: ‘Niet de meest stabiele persoonlijkheid, deze Nebukadnessar’. En inderdaad, nog een hoofdstuk later verliest de koning van Babylonië het volledig. Hij loopt door zijn stad, van zijn eigen werk te genieten, en plots stort hij in. Zeven jaar lang leeft hij als een dier, zonder uiterlijke verzorging, zonder mooie kleding en met alleen gras als voedsel. Daarna keert hij als een vroom en gekalmeerd man terug.

Nebukadnessar was de man die God had verslagen. Hij vernietigde Jeruzalem en haar tempel. Dit is de wraak van de bijbelschrijvers (en van God): hij zou de geschiedenis ingaan als een labiele kleuter. De meesten van ons zijn z’n naam allang vergeten, maar de mensen die Nebukadnessar nog wél kennen, kennen ‘m meestal via de Bijbel. En herinneren hem niet om zijn grootse veroveringen, maar om zijn clowneske gedrag.

Een hemels stukje satire, daar kun je eeuwig plezier van hebben. 


Dries van den Akker sj is jezuïet en oud-docent godsdienst, catechese en levensbeschouwing.

Alain Verheij is theoloog en promoveert op Ugaritische mythen.

Lees hier de vorige aflevering.

Geschreven door

theologenpanel

--:--