Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Als je denkt dat je vooral gelooft met je hoofd heb je het mis: geloven doe je met je lichaam

Als je denkt dat geloven vooral iets is wat je met je hoofd doet, dan heb je het mis, zegt Jean-Jacques Suurmond. Je geloof beleven is meer een zaak van het lichaam dan van het hoofd.

Deel:

Het blijft verrassen. Vanwege de lockdown kijken we op zondag thuis naar de mis op tv. Ja, ik ben wel protestant, maar het lichaam vraagt erom. Daarom is ‘kijken’ naar de mis niet het goede woord. Zolang ik dat doe, blijf ik namelijk een toeschouwer of tuur naar buiten en krijg trek in koffie. Terwijl de psalmdichter roept: ‘Proef en zie dat de Heer goed is!’ Maar die smaakt op zo'n moment nergens naar.

Een zaak van het lichaam

Mijn lichaam is niet alleen maar een apparaat dat mijn hoofd ronddraagt. In plaats van alleen maar te kijken, nemen mijn vrouw en ik lichamelijk deel aan de kerkdienst. We zeggen hardop ‘amen’ en ‘met uw geest’ - samen met het plukje mensen in de kerk daar op het scherm. We gaan staan bij de evangelielezing en zeggen de geloofsbelijdenis, we tikken ons op de borst bij ‘door mijn schuld, mijn grote schuld’, en geven elkaar een fikse vredeskus. Na de kerkdienst voel ik me lichter en bezield.

Vreemd is dat toch. Je geloof beleven is meer een zaak van het lichaam dan van het hoofd. Thomas van Aquino zei al dat het lichaam de uitdrukking van de ziel is. Wie bezield is zie je met veerkrachtige tred de lente in lopen, terwijl een ander met afhangende schouders op de bus wacht. Andersom beïnvloedt het lichaam de ziel. Misschien dat Jezus daarom zijn Bergrede op, jawel, een berg hield. De mensen moesten het hoofd wel opheffen, wat direct een beter gevoel geeft. Meer dan met denken of kijken, heeft geloven te maken met wat je lijf doet.

Lees ook: God zoeken? Hou toch op!
Lees ook: God zoeken? Hou toch op!

Thuisgekomen in mezelf

Ik vermoed dat mensen die zeggen dat ze niet kunnen geloven te veel in hun hoofd zitten. Zo was het in elk geval met mij gesteld toen ik ooit in een pinkstersamenkomst terechtkwam. Nietzsches gedachte dat God dood is, werd verjaagd door het klappen, zingen, zitten en staan van de gemeente. En mijn lichaam, spiritueler dan ik, knielde, terwijl ik met verbazing toekeek. De volgende dag ging ik in de thuislozenzorg werken. Thuisgekomen in mijn lichaam, gaf ik nu thuis aan de wereld die lijfelijk aanklopte.

Hulpverlening en bijvoorbeeld je inzetten voor het klimaat zijn niet alleen zaken van het hoofd, maar vooral van het lijf. Als een soort liturgie. Dan blijf je spiritueel fris, wat voorkomt dat we drooglopen en ontmoedigd raken.

Al met al begin ik beter het paasgeloof in de verrijzenis van het lichaam te snappen. Want zeg nou zelf, wat zou God in hemelsnaam aan moeten met al die droge denkhoofden?

Geschreven door

Jean-Jacques Suurmond

--:--