Ga naar submenu Ga naar zoekveld

God is niet het antwoord – God is de vraag

Geloven wordt soms gepromoot als het antwoord op alle vragen. 'Maar laten we eerlijk zijn, wij christenen hebben geen flauw benul van de antwoorden', zegt Alain. Is er nog een andere weg dan recht in de leer of juist zoekend geloven? Alain denkt van wel.

Deel:

Veel christenen zien God als alwetend en alomtegenwoordig. Juist dan moet het je opvallen dat God in de eerste Bijbelverhalen al direct twee keer iemand kwijt zegt te zijn. ‘Mens, waar ben je?’ vraagt hij aan Adam en Eva, en later aan Kaïn: ‘Waar is je broer?’.

Dat zijn niet Gods enige vragen in die oude verhalen. Hij vraagt ook ‘Waarom kijk je zo donker?’ en tweemaal ‘Wat heb je gedaan?’ aan de oermensen. Dat zijn natuurlijk geen informerende, maar morele vragen: het antwoord dat we geven bepaalt de richting die wij kiezen, en God is daar benieuwd naar.

Hét antwoord

Het christelijk geloof promoot zichzelf soms als het antwoord op al je levensvragen. Waarom ben ik hier? Hoe moet ik leven? Waar leef ik voor? Maar laten we eerlijk zijn, wij christenen hebben geen flauw benul van de antwoorden. Je kunt ‘Jesus is the answer’ op je T-shirt zetten en mensen naar binnen hengelen voor een kennismakingscursus in de kerk. Zo’n cursus lijkt mij vooral een geestelijk piramidespel. Hoe kom je van je vragen af? Door te doen alsof je het antwoord weet en acht vrienden uit te nodigen om dezelfde cursus te volgen.

Sommigen beweren ook dat de Bijbel alle antwoorden bevat. Wel, als dat zo was had hij een stuk korter, overzichtelijker en eenduidiger geschreven kunnen worden. Dat lijken alle vrome theologen ook te hebben gevonden toen ze ijverig werkten aan hun catechismussen: ‘Vraag-antwoord. Vraag-antwoord. Vraag-antwoord. Ziet u, Heer, zo had het ook gekund!’

Zoek God in het domein van de vragen

Die Heer is echter meer van de vragen dan van de antwoorden. De boom in het paradijs was een openstaande vraag van God aan de mensen: ben je liever een braaf kind in een veilige tuin of een volwassen wijsneus in een enge wereld? Het was de slang die de antwoorden wel wist en de verboden vrucht ging liggen uitleggen.

In een later onderonsje tussen die twee is het God die de vragen stelt: ‘Waar kom je vandaan? Heb je ook naar mijn dienaar Job gekeken?’ Daarna hoor je Satan weer met de antwoorden: ‘Ja, Job is alleen maar rechtvaardig omdat hij een leuk leven heeft’.

In de Bijbel worden de antwoorden gewoonlijk gegeven door de saaie tegenstanders, zoals de slang, de Satan en ook de Schriftgeleerden die Jezus dood wilden. Zij stelden af en toe vragen, maar deden dat alleen met valse bedoelingen. Jezus reageerde graag met wedervragen. Hij ging zijn levenseinde later tegemoet met een salvo aan vragen, zoals: ‘Kunnen jullie (nou echt g)een nacht met mij waken? Verraad je mij met een kus? Wil jij voor mijn moeder zorgen na mijn dood? Waarom heeft u mij verlaten?’.

We moeten God dus meer in het domein van de vraag gaan zoeken. Dat ontspant het leven van een gelovige, want je hoeft je niet meer groot te houden. Je hoeft niet meer te doen alsof je alle antwoorden al kent, omdat je mag belijden dat er nog veel vragen openstaan. Daardoor gaat de relatie tussen christenen en anders-of-niet-gelovigen ook vooruit, omdat je weer op hetzelfde niveau komt te staan. Ik heb niet de wijsheid in pacht, want mijn God is niet het antwoord, maar de vraag.

Kom zelf met een antwoord

En wel de belangrijkste vraag. Er zijn twee manieren om daar onderuit te komen. Je kunt zeggen: God is het antwoord, en dus heb ik het antwoord. Je kunt ook zeggen: God is de vraag, en dus zit ik vol vragen. De eerste groep noemt zich recht in de leer, de andere groep noemt zich zoekend gelovige. Maar er is een derde weg, en dat is de spannendste. Die zegt volgens mij wat heel veel Bijbelverhalen zeggen: God stelt een vraag, en ik moet met een antwoord komen.

Waar zijn mijn broers en zussen? Wat heb ik gedaan en waarom? Welke weg kies ik? Hoor ik de noodkreten van mensen en dieren die hulp nodig hebben? Waarom kijk ik zo donker, waarom verstop ik me? Wie in de christelijke God gelooft, wordt een ver-antwoordelijk mens. Iemand die met zijn of haar leven antwoord mag en moet geven op de universele, allerbelangrijkste vragen die van eeuwigheid hebben geklonken.

Ga spelen met mijn erfenis

De kerk werd niet geboren tijdens Jezus’ Bergrede. De kerk werd ook niet geboren na Jezus’ dood. De kerk werd geboren toen Jezus over zijn leerlingen heen blies en voor hun ogen verdween. ‘En nu jullie. Hup, naar buiten. Ga spelen met mijn erfenis en ik ben alleen maar heel benieuwd wat je ermee gaat doen. Alleen maar heel benieuwd. Alleen maar heel be---’

Bij wijze van bonusmateriaal liet hij zijn stem nog eenmaal horen, en wel aan Saulus, een man die alle antwoorden wist. ‘Hee, waarom vervolg je mij? Hee, waarom volg je mij eigenlijk niet?’. Ja, waarom eigenlijk niet?

Het is makkelijk om je uit luiheid, uit zwakte in de schoot van de godheid te werpen en te zeggen: “Ik kon er niets aan doen; de weg lag al vast.” Maar denk aan de glorie van de keuze! Die maakt een mens een mens. Een kat heeft geen keus, een bij moet honing maken. Daar is niets goddelijks aan. 'Maar dit... dit is een ladder om naar de sterren te klimmen.
John Steinbeck - Ten oosten van Eden

Geschreven door

Alain Verheij

--:--