Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Johan: ‘Als ik gefocust blijf op wat de kerk niet is, kom ik niet ver’

Als de kerk niet meer als thuis voelt en je steeds meer vragen krijgt over het geloof is het makkelijk om cynisch te worden. Maar daar wil Johan voor oppassen. Want dan eindigt hij als bittere ex-gelovige en dat beeld staat hem niet aan.

Deel:

‘In elk cynisch persoon schuilt een teleurgestelde idealist’, schreef atheïst George Carlin en ik geloof dat dit waar is. Als het vertrouwen in ons geloof of in de kerk of misschien in God zelf beschadigd is, zit er altijd een bepaalde teleurstelling onder. Teleurstelling over niet uitgekomen verwachtingen, of vervlogen dromen of onbeantwoorde gebeden. Die teleurstelling kan ons gemakkelijk cynisch maken. 

Cynisme bezit een kracht die onze pijn kan verdoven, zoals schrijfster Rachel Held Evans zo prachtig zegt in haar boek Faith Unraveled. Verdriet om wat verloren is gegaan is gezond. Zelfs boosheid kan gezond zijn. Maar onszelf verdoven met cynisme in een poging om niets te hoeven voelen is niet gezond.

Als ik merk dat ik weer eens met mijn armen over elkaar sta en alles afkeur van de kerk, verdoof ik mijzelf voor de teleurstelling die erachter zit. Wanneer ik mezelf, in gesprek met anderen, weer negatief hoor praten over andere christenen en kerken die het nieuws halen, vaak op een negatieve manier, verdoof ik mijzelf voor de pijn die erachter zit. 

Ik wil mezelf beschermen voor nieuwe teleurstellingen, dus ga ik bij voorbaat al van het negatieve uit. Alles afbreken is namelijk veel veiliger dan iets of iemand opnieuw leren vertrouwen. Iets afhouden voelt veiliger dan mensen opnieuw binnenlaten. 

Johan heeft een geloofscrisis: ‘Ik moet iets loslaten wat ik niet wil loslaten’

Lees ook over:

Johan heeft een geloofscrisis: ‘Ik moet iets loslaten wat ik niet wil loslaten’

Cynisme maakt bitter

Cynisme kan beginnen als een langzame en milde verandering in je geloof, maar uiteindelijk gaat het je geloof beheersen, zoals een wurgslang zijn prooi steeds meer omknelt, waardoor die uiteindelijk geen adem meer heeft. Als het niet op tijd wordt aangepakt kan je bitter en arrogant worden. Ik ben vaak in die valkuil getrapt door te denken dat ik ‘de verlichte persoon’ was en dat de kerk of christenen in mijn omgeving nog vastzitten in oude patronen die niet meer voldoen. Ik was gefocust op dat wat er, vanuit mijn perspectief, niet goed was in plaats van mij naar binnen te keren en mijn eigen hart te onderzoeken.  

Totdat ik besefte: we zijn niet altijd verantwoordelijk voor de teleurstelling en beschadigingen die we opgelopen hebben, maar we zijn wel zelf verantwoordelijk voor onze reactie hierop.  

Ik weet het: verantwoordelijkheid is geen sexy woord voor veel mensen van mijn generatie. Het is eerder saai en doodvermoeiend. We willen lifehacks, shortcuts, snelle tips en makkelijke antwoorden. We willen niks horen over het langzame harde werk dat gedaan moet worden, om onze eigen verantwoordelijkheid te nemen en weer in beweging te komen op onze geloofsreis. Als ik me laat leiden door mijn cynisme wil ik dat proces niet aangaan. Maar als ik verandering wil, zal ik in beweging moeten komen. 

Johan legt uit waarom geloven zoals vroeger niet meer gaat

Lees ook over:

Johan legt uit waarom geloven zoals vroeger niet meer gaat

Wat wil ik wél

Ik wil mijn vragen stellen vanuit een diep verlangen naar goedheid, waarheid en schoonheid. Niet vanuit boosheid en wrok. Zo wordt de weg naar hoop vrijgemaakt en kan cynisme geen wortelschieten. Ik wil zelf verantwoordelijkheid en autoriteit leren nemen over mijn leven in plaats van de kerk vanaf de zijlijn bekritiseren. Ik kan mijn spirituele reis niet vervolgen vanuit een negatief fundament. Als ik gefocust blijf op wat ik niet wil zijn en dat wat de kerk niet is, kom ik niet ver. De manier waarop ik dagelijks vecht tegen cynisme is door me te focussen op dat wat er wél is: Gods transformerende liefde die voor mij een gezicht heeft gekregen in de persoon Jezus. Zijn heilige aanwezigheid in het alledaagse om mij heen, in de natuur, de kunst en in elkaar. De Bijbel als bron van wijsheid en inspiratie (in plaats van een handboek om te verdedigen of aan te vallen). De hoop en verwachting op een nieuwe wereld die God voor ogen heeft en waaraan ik mag meewerken. 

Uiteindelijk blijven deze dingen voor mij overeind staan en gaat het mij niet meer om de vraag of ik christen wil zijn maar hoe ik christen wil zijn in deze wereld: cynisch of hoopvol.

Geschreven door

Johan de Jong

--:--