Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Als je nergens thuishoort

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

PopUpGedachte 1 juli 2019 – Als je nergens thuishoort

Het overgrote deel van ons heeft het ouderlijk huis verlaten. Er zal nog her en der iemand zijn blijven hangen. En dat bedoel ik zowel letterlijk als figuurlijk. Je kunt ook het ouderlijk huis verlaten, zonder het gevoel te hebben iets achtergelaten te hebben. Maar de meeste mensen gaan op een gegeven moment zwerven. Zeker vandaag de dag. Zeker nu we van onszelf een bepaalde oorspronkelijkheid verwachten, waarin tradities leuke hebbedingetjes zijn voor als je een feestje wilt vieren en tradities het goed doen op het etiket van een speciaal biertje, maar verder... De meesten van ons hebben hun ouderlijk huis verlaten en zijn gaan zwerven.

Er is namelijk lang niet altijd een nieuw huis voor in de plaats gekomen. Wel fysiek waarschijnlijk. Ken relatief weinig mensen die in tentjes zijn gaan wonen, behalve de mensen die gedwongen op de vlucht dat huis hebben verlaten en tegen de blinde muur van Europa oplopen, zij hebben geen nieuw thuis voorlopig. Maar de meesten vinden een kamer, een appartement, een huisje, een gezin soms. En toch. Thuishoren is nog iets anders, thuiskomen ook.

Jezus van Nazareth zegt vanochtend dit in de lezing van de dag zoals die in alle katholieke kerken en kerkjes in zo’n beetje heel de wereld zal klinken vandaag:

In die tijd, toen Jezus een grote menigte om zich heen zag, gaf Hij bevel om naar de overkant te gaan. Een schrift­geleerde trad op Hem toe en zei: 'Meester ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat.' Jezus sprak tot hem: 'De vossen hebben hun holen en de vogels uit de lucht hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar hij zijn hoofd op kan laten rusten.

De man is overal thuis, er is weinig tot niets dat een bedreiging voor hem vormt. Hij stapt binnen bij de hooggeplaatsten en de outcasts en eet en drinkt bij hen aan tafel, neemt het woord alsof hij er hoort, maakt van berghellingen stadions en eet gebakken vis met zijn leerlingen op het strand. Maar thuis? Hij zwerft. Hij heeft zijn ouderlijk huis verlaten, zijn dorp. Als hij er terugkeert, loopt dat nog bijna verkeerd af. Dan hadden we dat hele Bijbelverhaal niet gehad, maar was hij halverwege van een klif gedonderd. Door zijn vroegere dorpsgenoten. Omdat hij thuis niet al die bijzondere wonderen wilde of kon doen. Ze geloofden hem niet of er was een ander soort vervreemding en verwarring.

Weggegaan van je thuis en nog niet een nieuwe plek gevonden. Niet met dezelfde vastigheid, helderheid, omvatting als die van vroeger. Zelfs degene die beseft dat herinnering altijd fake is, altijd een geromantiseerde versie is van wat er werkelijk vroeger was, zelfs dan is er het besef dat thuis zijn nog niet zo eenvoudig is. En dan blijkt JC te zeggen dat wie hem wil volgen, niet meer thuis raakt. Niet op die manier. Dat er gezworven zal worden.

Ooit, op het zonovergoten dek van een ferry tussen Bali en Lombok, sprak ik ooit een jonge vent. Ik vroeg hem waar hij woonde. Hij zei: 'Nu hier, in de winter in Zuid-Amerika en mijn ouders wonen in Engeland.' Hij was duikinstructeur en woonde waar hij kon werken, met Kerst was hij thuis in regenachtig London. Wat een verhaal dacht ik, wat groots, wat onweerstaanbaar avontuurlijk. Om vijf minuten later te beseffen dat als hij om een of andere reden het loodje zou leggen, er pas met Kerst om getreurd zou worden. Dat dit ook best iets eenzaams was.

In de zwerftocht van de man uit Nazareth belooft hij je niet een thuis. Wie vertrokken is uit het comfort, de zekerheid en de zoektocht aangaat naar geloof, hoop, liefde – onconventioneel als het moet, traditioneel waar het past, met lef, zachtheid en een eigen besef van verantwoordelijkheid – die zal niet opnieuw zomaar een thuis vinden. Waar je een nieuw nestje op kunt zetten, geworteld. Er is geen eindbestemming, er zijn wel pleisterplaatsen. Én, dat is misschien wel het belangrijkste, je bent op die weg niet alleen.

De uitdaging van christendom is om dat ouderlijk huis, de veilige haven, het comfort van het weten los te laten en in samenspraak met de ongrijpbare Godheid, in het voetspoor van de Rabbi, een onzekere reis aan te gaan – met als enige een hand in je rug en stem in je oor: ‘Ik heb je gezien, ik ken je, ga maar, ik volg je. Neem rust waar het moet, ga waar je kunt en vind je vrede in het besef dat jouw reis de mijne is. Overal thuis in de wereld in de licht van de Eeuwige maar nergens aan gebonden. Kom volg mij, ik volg jou ook.’

Goede reis vandaag weer. En tot morgen.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--