Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Waarom we niet zomaar geloven wat we zeggen te geloven

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Dat je niet zomaar gelooft wat je zegt dat je gelooft – PopUpGedachte dinsdag 2 november 2021

De Ierse filosoof en theoloog Peter Rollins vertelt ergens over een congres waar hij uren in debat is over theologie. Op een gegeven moment vraagt iemand uit het publiek aan hem: ‘Peter, je praat de hele tijd over theologie maar ik hoor niets over de opstanding. Geloof je eigenlijk wel in de opstanding.’ Het is een lakmoesproef voor de ware gelovige, als Peter hierop ontkennend zou antwoorden, staat hij buiten de gemeenschap van gelovigen. Erkent hij de opstanding, dan hoort hij er gewoon bij, ondanks al die dwarse radicaal-theologische uitingen die hij doet. Hij vertelt dat hij zich realiseert dat het misschien tijd is voor een bekentenis en hij zegt: ‘nee, natuurlijk geloof ik niet de opstanding, iedereen die me kent weet dat ik niet in de opstanding geloof. Elke keer als ik een dakloze voorbijloop die hulp nodig heeft, elke keer als ik weiger om beschikbaar te zijn voor iemand in nood, elke keer als ik meedraai in een onrechtvaardig systeem ontken ik de opstanding van Christus. En ik erkén de opstanding van Christus, elke keer als ik wel de tijd neem om te luisteren, om stil te staan, om te helpen of te protesteren, dan erken en bevestig ik daarmee de opstanding van Christus.

We geloven niet zomaar wat we zeggen te geloven. Sterker nog; we zeggen vaak wat we geloven zodat mensen niet hoeven te zien wat er allemaal onder de oppervlakte leeft. Dat je zegt dat je christen bent zodat mensen niet doorvragen over waar je nou eigenlijk voor staat in het leven. Dat je zegt dat je vaak sport, zodat mensen niet verder informeren naar je gezondheid. Als je vaak sport, zal het wel goed zijn. Waardoor ik met zeggen dat ik sport verhul dat ik me ongezond voel en dus eigenlijk het tegenovergestelde beweer van wat er aan de hand is.

Het verrast me elke keer weer bij het lezen van de oude teksten van christendom, hoe ze gefocussed zijn op het in praktijk brengen van je idealen. Al die kritiek op de kerkelijke hypocrisie, al die mensen die afhaken van de kerk omdat ze ‘niet doen wat ze zeggen’, of waar je niet door mag vragen want daar wordt de dominee ongemakkelijk van. De gelovige schudt het zomaar van zich af als kift van mensen die gewoon er niet bij willen horen, die schijten op hun nest, die uiteindelijk ongelovigen zijn. Terwijl er in die kritiek altijd parallelen zijn te vinden met de kritiek in de Bijbelse teksten op de gelovige gemeenschap. Ik vind de interpretatie van wat geloven in de opstanding betekent diep verfrissend, omdat het laat zien dat de zogenaamde gemeenschap van gelovigen veelal een gemeenschap van ongelovigen is – en dat ze misschien dáárom wel bij elkaar komt; om dat ze weten dat ze níet geloven, of het meestal niet geloven en dat ergens zonde vinden, want als je er werkelijk in zou geloven, dan zou er hoop zijn voor de wereld. En dan heel soms, in het echte leven, blijk je het echt even te geloven; en dan neem je ongedachte paden zoals Jezus van Nazareth die steeds neemt. En natuurlijk is het waarschijnlijk dat je met dat je dit realiseert, alweer ergens van dat dunne koord bent afgevallen – want er huist van alles in ons aan ego en ideologie, die het overneemt zodra we even niet opletten. Vraag dat maar eens aan de monnik die worstelt in zijn kluis of aan de non. Zij weten het, zij zijn stil gaan zitten en het gaan onderzoeken. Ik heb daar meestal geen tijd voor en loop dus met open ogen in zeven sloten tegelijk. Niet eens al te problematisch, als ik het maar weet en besef dat het dan tijd is om te herbronnen, stil te staan, koers te verleggen of pas op de plaats te maken.

Is zo’n Rollins gedachte nou een beetje Bijbels eigenlijk? Of is het leuk bedacht door iemand die er eigenlijk toch al niet meer in gelooft. Vanochtend staat er dit in de lezing, een fragment uit een brief van Paulus aan Jezusvolgers te Rome:

“Zijn wij één met Jezus geworden door het beeld van zijn dood (oftewel gedoopt), dan moeten wij Hem ook volgen in zijn opstan­ding, in de overtuiging dat onze oude mens met Hem gekruisigd is; daardoor is aan het bestaan in de zonde een einde gekomen, zodat wij niet langer aan de zonde dienst­baar zijn. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.”

Dus, best wel Rolliaans toch? Degene die gelooft, daarop heeft die hele ego-business, dat wegkijken van de nood van de mensen, dat in jezelf gekromd zitten geen vat. Ergo, ik geloof het meestal niet, in het echt. Maar wel soms even – en dat is zo bevrijdend en noodzakelijk dat ik mijn leven wil wijden aan het ontdekken wat het betekent om dit te geloven.

Tot zover vanochtend. Een hele goede dinsdag gewenst, morgen weer een nieuwe popupgedachte en voor nu: vrede gewenst, en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--