Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Wie zie je in de spiegel?

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Wie je ziet in de spiegel – PopUpGedachte dinsdag 9 februari 2021

Voor sommigen maken coronakilo’s en kappergebrek de dagelijkse gang naar de spiegel wat moeilijker, maar vandaag is toch de vraag wie je daar ziet. En niet alleen in de eigen spiegel, maar ook wat je ziet aan de ander. Wat is dat voor een type, dat vanuit die glasplaat je aanstaart. De eerste vraag die zich onwillekeurig opdringt – bij de één wat intenser dan de ander – is de vraag of je mooi bent. Ik weet niet wanneer dat begint, kinderen hebben daar nog niet zo heel veel mee van doen. Ze lijken het soms ook makkelijker te vinden om zichzelf mooi of ‘wel prima’ te vinden. De moeder bij wie de tranen in de ogen springen omdat de dochter naar zichzelf in de spiegel kijkt en dan zonder enige vleierij-behoefte of wat dan ook, zegt: "Ik ben mooi, want ik lijk op jou, mama."

De tranen die dan in de ogen springen van ontroering, hebben alles te maken met de dochter, die dat nog zo makkelijk kan zeggen. Terwijl moeder wel weet wat voor dagen er nog zullen komen, zo richting puberteit en daarna. Maar het heeft ook alles te maken met zichzelf, wanneer heeft ze dat van zichzelf geloofd – zomaar zonder bijgedachten of relativering; dat ze mooi is.

Als we opgroeien, wordt schoonheid ook een cultureel begrip. Er zijn allerlei schoonheidsstandaarden waar je dan wel of niet aan voldoet. Sportscholen hebben online en offline een uitgewerkt beeld van hoe die standaard in elkaar zit en hoe je daar kunt komen als je hen maar gelooft, je vaste vrijwillige bijdrages offert en je in het zweet werkt om het te bereiken. Garanties tot aan de voordeur natuurlijk, want ze kunnen niets beloven. Daarnaast zijn er de zalfjes en potjes en van alles. Natuurlijk puur bedoeld om zorgvuldig om te gaan met je lijf, niet om je van je onzekerheid over jezelf af te helpen.

Tegen de tijd dat je volwassen bent geworden, denk je enigszins wezenloos terug aan dat moment dat je zonder enige gêne of bijbedoeling kon zeggen: 'Ik ben mooi, want ik lijkt op jou, mama.' Je bent er zomaar lichtjaren van verwijderd. Niet te lang over nadenken, daar krijg je maar rimpels van.

Op wie lijk ik als ik kijk in de spiegel? Wie zie ik, als ik jou zie? Of als ik uitzoom en mensen naar hun werk zie fietsen, ploegend door de sneeuw. Klaslokalen vol blije kinderen die eindelijk elkaar weer zien, pubers met thuisonderwijs, daklozen die even binnen mogen blijven, want er is een kouderegeling en mensen uit Pakistan, Afghanistan en Syrië, bibberend in de Europese sneeuw met niet meer dan een deken, een tentzeil en een emmer steenkoud water om zich wat te wassen.

Wat zie ik? Volgens de christelijke overleveringen, de Joodse Tenach, zie ik God in die bibberende, stuiterende, ploeterende, juichende, mopperende, starende mens. Hij is het. Hijzelf. Dit staat er vanochtend in het eerste van de zesenzestig boeken van de Bijbelverzameling

God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’

En nou schijnt ‘heerschappij’ beter of evengoed te vertalen zijn met ‘dienen’ en ‘zorgen voor’.
De mens lijkt op God. De mens, elk mens, in rolstoelen, tentenkampen, kantoortorens en ledikantjes, lijkt op God. Dat is wie je tegenkomt, als je een ander tweevoeter ontmoet. En als je in de spiegel kijkt.

En er staat die mens iets te doen. Dien de vissen van de zee, zorg voor ze. Net als voor de vogels van de hemel, de zoogdieren, dien de aarde en zorg voor alles wat daarop rondkruipt. Dat staart ons aan in de spiegel; een soms wat klungelige Godheid, op zoek naar wie die is, met een goddelijke zorgende opdracht.

Tot zover vanochtend. Een hele goede dinsdag gewenst, morgen weer een nieuwe popupgedachte – en voor nu: vrede, gewenst, en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--