Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | En wat als er niets te danken is

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

En als er niets te danken is? – PopUpGedachte donderdag 9 juni 2022

We beginnen hier in huis elke maaltijd met een dankmoment. We wilden onze kinderen meenemen in de meest basale handeling van christendom en onze gasten daar ook in kunnen uitnodigen – en dat werd danken. Er hoefden geen ogen gesloten of handen gevouwen, we geven elkaar de hand rondom de tafel en iedereen noemt op waar hij of zij dankbaar voor is. We leren de kinderen en onszelf die dank te beginnen met ‘Lieve God, of goede God, dank je wel voor …’ en dan volgt er een opsomming.

De kinderen zijn hier nog veel beter in dan wij. Er volgt altijd een lange opsomming van de vriendjes met wie ze gespeeld hebben, een uitje dat ze gehad hebben of ze danken alvast voor een leuk moment dat gaat komen, voor de mensen aan tafel, voor wat ze ook maar niet kunnen bedenken. Voor onze gasten is het even wennen, maar je zit dan ook gelijk in de kring. En iets bedenken om dankbaar voor te zijn die dag is meestal wel te doen. In onze woongroep met wie we ’s woensdags samen eten is het dankrondje nu ook vaste prik en een buurvrouw zei laatst dat ze tegenwoordig woensdag overdag er dus eigenlijk al mee bezig is. Want je bent dankbaar voor duizend dingen, maar kom er maar eens op dat moment op. Na het een aantal keer te hebben gedaan, gaat het vanzelf, maar die eerste keren is het soms zomaar even zoeken. En dus, zei ze, ben ik eigenlijk overdag al bezig met de dankbaarheid. Ook geen straf.

Maar wat als er niets te danken is, vraag ik me af vanochtend. Hoe groter de dank, hoe groter het contrast ook kan zijn toch? Met je eigen leven. Ik lees vanochtend zo’n fantastische dankpsalm en het voelt bijna gewelddadig. Als dit de dank is, waar is dan de ruimte voor de pijn?

Gij hebt ons land verzorgd en besproeid,
het rijk en vruchtbaar gemaakt.
Het hemelwater stroomt neer op de akkers:
zo maakt Gij ze klaar voor de oogst.
Gij drenkt haar voren, bevochtigt haar kluiten,
Gij weekt ze met regen en zegent het zaad.
Zo is het jaar omkranst van uw gaven,
op al uw wegen ligt vruchtbaarheid.
Op eenzame steppen glinstert de dauw,
een gordel van heerlijkheid ligt om de heuvels.

Hier moet je natuurlijk eigenlijk niet moeilijk over doen en het met grote teugen inademen, omhelzen, je koesteren in de glans van de dankbaarheid. Het is zo mooi. Maar er is nu toevallig wat aan regen gevallen, dat gaat waarschijnlijk de zomer niet voortduren. Droogte, nieuwe stikstofregels, ga er maar aan staan als boer die wil oogsten. Als je dit zingt, leest, declameert, wat als de regen dan niet valt? Is God dan boos? Is God de schuld als hij de regen weerhoudt, want dat moet wel de implicatie zijn van zo’n dankbaarheid over het feit dat God de regen stuurt?

Ik zie het even voor me. Hoe de Eeuwige mij meeneemt aan de hand als ik foeter en klaag dat hij regen had moeten sturen. Hoe hij me langs de fabrieken stuurt die grote wolken troep uitbraken, langs de eindeloze kuddes vleeskoeien die verhakt worden tot hamburgers voor mensen die al veel te veel te eten hebben, hoe zeeschepen massa’s en massa’s vis met megalomane snelheid uit de zee trekken om verwerkt te worden en in uitpuilende supermarkten gedumpt in plastic bakjes – tegen zulke schepen valt niet op te paren.

Zou de Eeuwige me zeggen dat hij wel wil? Met z’n regen? Dat de instellingen klopten, dat er heus droogte en niet-droogte was, maar dat de mens weer van de boom van het zelf-willen-weten-wat-goed-en-kwaad is heeft gegeten en nu met de gebakken peren zit. En wat dan? Ik kan het hoofd buigen, en boete doen. Eventueel, namens de mensheid dan, hè? En mijn eigen aandeel daarin. En dan wordt het volgens de oude teksten de mens subiet vergeven. Wat verder niets verandert aan de zaak, want het is nog steeds te droog. Of te nat.

Misschien verandert het dit: dat ik in een wereld waarin er zoveel uit evenwicht geraakt is, vandaag de dag onomstotelijk door toedoen van de mens, dat ik in die wereld dankbaar ben voor elk moment dat er wel goedheid als regen uit de hemel neerdaalt, wel zorg is voor de ander, wel werk voor herstel en genezing en wel een weigering om te participeren in overconsumptie en uitbuiting van de wereld en elkaar, als mens.

Toch terug bij de dank dan. Niet meer naïef, wel dankbaar.

Tot zover vanochtend. Een hele goede donderdag gewenst. En vrede, en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--