Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Niet de minste

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Niet de minste – PopUpGedachte maandag 2 november 2020

Het is maandag, eerste dag van de week. Het is hartstikke donker nog buiten en achter de ramen in de straat is nog nauwelijks beweging. De wind jaagt door de geelgeworden bladeren, het is herfst, maar nog niet guur. Een prima jaargetijde. We wachten als samenleving op nieuwe coronacijfers, want zou het dan werkelijk de goede kant opgaan?
En we vragen ons af – tenminste velen van ons – of we nog Kerst gaan vieren met meerdere mensen, of er nog café’s zullen opengaan en hoe het gaat met het brood op de plank – oh en belangrijk nog: de verkiezingen van morgen in de Verenigde Staten. Zou er een eind komen aan de regering van de leugen? Kunstenaars in New York hadden een muur gemaakt in de stad met 20.000 van zijn leugens. En op welke manier? Wat voor strijd is er, zal er zijn, hoeveel daarvan zijn woorden en lucht en hoeveel daarvan is werkelijk onrustbarend voor ons allemaal? 

Maar de belangrijkste vraag aan ons allen temidden van dat alles aan het begin van de week als de zon nog niet op is en de wind door de bomen raast: hoe behoud ik mijn ziel in dat alles, mijn rust, de grond onder de voeten en het kloppen van mijn hart – wat er ook gebeurt? Daarvoor lees ik de teksten. Om geconfronteerd, uitgedaagd, gegrond en gedragen en gespiegeld te worden. Dit is een fragment uit de lezing van de dag:
De rabbi van Nazareth kondigt aan dat er een eindafrekening komt aan het eind van de wereld of het eind van ons leven of wanneer het ook wezen mag, waarbij de Eeuwige de mensheid bijeenraapt en onderscheid maakt. Er worden mensen tot hun stomme verbazing groots beloond, want, zegt de Eeuwige:

'Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoor­den en zeggen: Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? En wanneer zagen wij U als vreem­deling en hebben U opgenomen, of naakt en hebben U gekleed? En wanneer zagen we U ziek of in de gevangenis en zijn U komen bezoeken? De Koning zal hun ten antwoord geven: Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan.'

Prachtig beeld. De Eeuwige, huiverend, nagenoeg naakt in de kou, onherkenbaar en hij wordt gekleed, ziek en hij wordt gevoerd met thee met honing, hongerig en hij krijgt de helft van je broodje, dorstig en je deelt je water, asielzoekend en je deelt je dak. En zo gaat het al gauw dat wie voor een arme donder zorgt voor God zorgt. En dat is een fantastische aanmoediging, misschien ook nog wel waar, maar of het er staat – dat is een andere vraag. ‘de geringste van mijn broeders’? Over wie hebben we het? Al wat u gedaan hebt voor hen, hebt u voor mij gedaan.

Het is Jezus van Nazareth die 12 leerlingen de wereld instuurt als hij zelf vertrekt van de aarde en door wolken aan de ogen onttrokken wordt – wat dat ook moge betekenen, in elk geval is hij verdwenen. De aanwezigheid van die rabbi is dan toevertrouwd aan twaalf leerlingen, en hun leerlingen, en daar weer leerlingen van. En tegen hen zegt de rabbi: wie de grootste brokkenpiloot onder jullie, de meest falende, dwarse, onhandige, minst oplettende, een beker water geeft – voor mij is het alsof die aan mijzelf wordt gegeven. In deze lezing wordt niet allereerst opgeroepen om voor arme donders te zorgen, dat zijn niet ‘de minsten’. Maar om te beseffen dat de Eeuwige zich uitgeleverd heeft aan mensenhanden. En zich zo identificeert met degenen die hij op pad stuurt, dat iedereen die zo iemand opzoekt in de gevangenis, de Eeuwige zelf opzoekt.

Wat neem ik mee de week in? Allereerst het intens serieus nemen van de Eeuwige die zoekt naar mensen die hem willen representeren op aarde. Dat de Eeuwige werkelijk aanwezig wil zijn door mijn handen en doen en laten en zich zo identificeert dat hij de rest van de mensheid erop afrekent. En dat als ik ook maar iemand zie die zich inzet voor dit verhaal – bewust of onbewust – het verhaal van de rabbi van Nazareth, dat het dan zaak is om hem of haar te behandelen als de rabbi zelf.

Sommigen verzuchten dat het wel makkelijker was als JC zelf nog op aarde rondliep. Als ik dit goed lees, doet hij dat ook in de vorm van allerlei mensen die op pad gezonden zijn. Wie zijn dat dan? Dat is het leuke, als wij – jij en ik – gezondene kunnen zijn dan kan iederéén dat zijn. Veel plezier met zoeken en ontdekken.

Tot zover vandaag. Een hele goede maandag gewenst, meer popupgedachtes te vinden op lazarusstaatop.nl en voor nu, vrede en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--