Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Heeft God de wereld gemaakt?

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Heeft God de wereld gemaakt? – PopUpGedachte maandag 20 december 2021

Zitten we dan. Nieuwe lockdown, iedereen thuis, extraverte mensen in paniek, introverte mensen vinden het wel prima, tenzij je ondernemer bent of leeft van optredens of nog duizend andere redenen waarom dit een probleem is. Zorgmedewerkers zijn wellicht weer blij dat er wordt ingegrepen en hoog-risico groepen ook. We weten het allemaal niet en kijken uit het raam van onze huizen hoe zich de dagen ontwikkelen. We lopen een rondje en hopen er het beste van.

Is er nog iets of iemand die dit alles in de hand heeft? De christelijke traditie zegt van wel. Het is wat uitgedrukt wordt in de gedachte dat God de wereld gemaakt heeft. In zeven dagen nog wel. Maar wat bedoel je precies, vroeg een luisteraar naar de PopUpGedachtes, als je zegt dat God de wereld heeft gemaakt. Ze hadden er wat gesprek over gehad. Fijne vraag, want niet al te gemakkelijk antwoord. De theorie dat zesduizend jaar geleden in zeven dagen het heelal werd geproduceerd, met geprefabriceerde skeletten van miljoenen jaren oud, is wel heel bijzonder ongeloofwaardig. Al worden er wel gekkere dingen geloofd deze dagen.

Wat dan? Allereerst is ons een briljant mooi gedicht overgeleverd in de eerste hoofdstukken van de Bijbel. In Genesis doet God het licht aan. Het begint niet met scheppen, het begint met de handeling van het licht aandoen. Tenminste zo lijkt het bij nader inzien. Toen God begon met scheppen en de aarde nog leeg en donker was en er woeste stormen over het aardoppervlak raasden, zei God: ‘Er Zij Licht’. En daarna ontrolt zich de rest van het verhaal. Dat hier geen poging gedaan wordt om een natuurwetenschappelijke verklaring te geven voor het ontstaan van de aarde, moge duidelijk zijn. Maar wat dan wel?

In de lezing vandaag staat dit:

Van de Heer is de aarde en alles wat daar leeft,
de wereld en wie haar bewonen,
Hij heeft haar op de zeeën gegrondvest,
op de stromen heeft Hij haar verankerd.

Oké. Observatie. Stellingname. Openingspositie. En dan? Dan dit:

Wie mag de berg van de Heer bestijgen,
wie mag staan op zijn heilige plaats?
Wie reine handen heeft en een zuiver hart,
zich niet inlaat met leugens.

Waar gaat het deze dichter om? Reine handen, zuivere harten, geen leugens. De functie van het feit dat er iemand anders dan jij deze planeet heeft gemaakt, dat jij hier zogezegd te gast bent in het huis van iemand anders, is dit: dat je als mens een hogere instantie erkent, een moraal, ethiek. In Tweestromenland schrijft Abel Herzberg op de rand van zijn brits in een concentratiekamp dat er maar één ding is dat alle Joden over de hele wereld met elkaar verbindt – en dat is dit: monotheïsme. En monotheïsme, zo zegt hij, is moraal. Dat je ergens geloof hecht aan het feit dat er iets of iemand is aan wie je verantwoording hebt af te leggen – en al leef je er niet naar, toch is het er.

Wat betekent het dat God de wereld heeft geschapen? Moraal. Goed en kwaad. Het bestaan daarvan los van mijn of jouw bestaan. Ik heb niet bedacht wat goed en kwaad is en ik mag mij niet de zeggenschap daarover toe-eigenen. Ik heb als mens m’n plek te weten – dat is ook de ziel van mensenrechten: je mag niemands recht schenden, ook al heb je er zulke goede redenen voor. Moet je het ene kwaad tegenover het andere afwegen; zoals de staat dat soms moet doen – dan nog met alle respect voor iemands waardigheid, zelfs al is het de grofste misdadiger. Daar zit misschien wel een betekenis van de gedachte dat Gód de hemel en de aarde heeft voortgebracht. Dat wij het niet waren en dat we daarom ons te voegen hebben. Samen. Zoiets.

Tot zover de popupgedachte van vanochtend. Een hele goede maandag gewenst. En vrede, en alle goeds. 

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--