Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Gered worden van wat?

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Gered worden van wat? - PopUpGedachte woensdag 11 november 2020

Als het soms te druk is in het hoofd, wil je gewoon rust. Meer niet. Als het niet loopt op je werk, wil je dat het weer goed komt. Als je ziek bent geworden, wil je genezen. Dat zou je redding zijn. Als je moet verhuizen, wil je een huis vinden, als je diep ongelukkig wordt van het alleen zijn, wil je een partner. We hebben met regelmaat een vrij helder beeld van wat we nodig hebben, een soort verlanglijstje – en dat bedoel ik niet oppervlakkig want het kan diep gaan, pijn doen, moeite kosten, een diep hartsverlangen zijn – en we vragen ons af of het met ons wel goed komt als we dit niet krijgen. De religieuze bidt er dan om, een niet religieuze mogelijk ook – kan nooit kwaad – een derde hoopt en smeekt en roept in het wilde weg.

Maar als we het antwoord krijgen op dat wat we vragen, zijn we dan gered? Als we middenin de situatie zitten, denken we altijd honderd procent ‘ja’. In het echte leven begint natuurlijk het gedoe pas als je die partner gevonden hebt, is er onwijs veel dankbaarheid als je dat nieuwe huis hebt maar ebt dat ook zomaar weer weg, omdat er weer een nieuwe uitdaging je het zicht op de toekomst ontneemt en natuurlijk wil je beter worden. Toen je ziek was dacht je dat je dan het werkelijk allemaal anders zou doen, in de praktijk van het gezond zijn is de ziekte én de genezing soms zomaar weer een vage schaduw.

Ik moet eraan denken als ik vanochtend lees over een kleine groepsgenezing door de rabbi van Nazareth zo rond het jaar 0. Dit staat er:

“Op zijn reis naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. Toen Hij een dorp binnenging, kwamen Hem tien melaatsen tegemoet; zij bleven op een grote afstand staanen riepen luidkeels: 'Jezus, Meester, ontferm U over ons!' Hij zag hen en sprak: 'Gaat u laten zien aan de priesters.' En onderweg werden ze gereinigd. Een van hen keerde terug, toen hij zag dat hij genezen was, en verheerlijkte God met luider stem. Vol dankbaarheid wierp hij zich voor Jezus' voeten neer, en deze man was een Samaritaan. Hierop vroeg Jezus: 'Zijn niet alle tien gereinigd? Waar zijn dan de negen anderen? Is er niemand terugge­keerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemde­ling? En Hij sprak tot hem: 'Sta op en ga heen; uw geloof heeft u gered.'

Op het eerste gezicht lijkt de rabbi een beetje chagrijnig over de ondankbaarheid. Hij heeft die 10 gered en er komt er maar eentje hem bedanken. Dat kan wel wat beschaafder zou je zeggen. Een moeilijke Bijbelse variant van de ouder die in de bakkerswinkel zegt – nadat het kind een snoepje toe heeft gestoken gekregen – ‘en wat zeggen we dan?’ ‘dank je wel, meneer de bakker’. ‘Goed zo, kom we gaan’.

Is dat het niveau van deze tekst? Er is iets opvallends aan wat Jezus hier zegt tegen de ene die is teruggekomen en die net als die tien anderen gered is van één van de verschrikkelijkste, ongeneeslijke, extreem isolerende ziektes van die tijd: ‘Sta op en ga heen; uw geloof heeft u gered’. Dat is gek, want die andere negen zijn toch ook gered? Hij was toch al gered toen hij gezond werd verklaard door de priester? Dat is dus nog maar de vraag. Als we krijgen wat we verlangen, zijn we dan gered? Het voelt wel zo. Dat is een ding dat zeker is. Het voelt zelfs dusdanig zo, dat je gemakkelijk de bron vergeet waaruit deze goede gift wordt geschonken. Is dat erg? Gewoon een beetje onfatsoenlijk? Of zit het dieper?

Datgene wat we verlangden als oplossing, gaat ons niet redden. Omdat het volgende moment een nieuwe vraag zich aandient. Deze Samaritaan, de buitenlander, heeft de bron geëerd waaruit zijn genezing voortkwam. Wat hij nu ook aan gaat treffen in zijn teruggewonnen leven, er is een bodem geslagen, iets om met twee poten op te staan. Hij gelooft. Niet zomaar in het wilde weg, maar hij beseft dat hij is gezien, geliefd, dat hem iets unieks is gegeven. En wat voor vertrouwen kan dat geven in wat hem ook op z’n pad komt.

Degene die de partner heeft gevonden waar hij of zij op hoopte, zal op een gegeven moment weer smeken om de volgende redding, die het huis heeft gekregen of de gezondheid ook. Wie gered is en heeft leren vertrouwen of geloven of hoe je het ook mag zien, heeft iets gevonden wat blijft in welke crisis dan ook, die volgt. Zijn geloof heeft hem gered, het vertrouwen, niet de genezing van de ziekte.

Tot zover voor vandaag. Een hele goede woensdag gewenst. En vrede, en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--