Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Wat kun je nu werkelijk betekenen?

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Wat kun je nu werkelijk betekenen?

Je praat wel tegen de ander. Over wat slim is om te doen en wat niet. Je geeft feedback, kritiek, schreeuwt of huilt, slaat met deuren of neemt juist eindeloos en uitgebreid geduldig de tijd. Maar wat ermee gebeurt bij de ander ligt - soms tot je frustratie - geheel buiten je bereik. Andersom ook. De één kan iets zinnigs zeggen en het raakt je, verandert je, er vallen schellen van je ogen en je bedankt de ander met vochtige ogen voor de grote bijdrage aan je leven. Een ander kan iets dergelijks zeggen en het laat je volkomen koud. Is dat het moment? Is dat de chemie tussen jou en de ander? Ligt het aan jouzelf als het lukt om een ander te bereiken? Of niet?

Een belangrijke docent op de Theologische Universiteit waar ik werd opgeleid was een theaterman. Hij banjerde altijd vrolijk in korte broek en op sandalen met een brede grijns op zijn gezicht en twinkelende ogen tussen de toch vaak wat stijve professoren door. Altijd uit op contact, altijd geboeid door de persoon en de processen tussen mensen, in plaats van de zaak, de argumenten, de redenaties of de boeken. Ik ben van zijn school, denk ik weleens. En ik ben hem dankbaar, net als vele van mijn jaargenoten. Maar ik realiseer me vanochtend dat dit best wel een gek ding is om te dragen. De dankbaarheid van een aantal jaargangen theologiestudenten, waarvan in elk geval een deel denkt: die man heeft me gered. De tekst van vanochtend biedt een uitweg, een ander perspectief. Waar dankbaarheid een plek vindt, waar schoolvorming geen nieuwe verdeeldheid hoeft op te leveren van verschillende kampen; ik ben van de school van die en die, ik ben meer van die en die? Van die? Serieus? Dat was een eikel, zeg. Je bent toch niet van zijn richting? Paulus komt met een voorstel.

Als de een zegt: 'Ik ben voor Paulus,' en de ander: 'Ik voor Apollos,' zijt gij dan niet al te mense­lijk? Wat zijn Apollos en Paulus eigenlijk? Niet meer dan ondergeschikten, die behulpzaam waren bij uw beke­ring, en wel ieder van ons op zijn eigen manier, zoals de Heer het ons vergund heeft:

ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de groei.
Noch hij die plant betekent iets, noch hij die begiet, maar alleen God, die de wasdom geeft.
Die plant en die begiet staan op een lijn, al ontvangt wel ieder loon naar eigen arbeid.

Bekering, ofwel een verandering van geest, van mentaliteit. Men is iets fundamenteel anders gaan zien en is allereerst dankbaar aan degenen die dat nieuwe inzicht, dat nieuwe paradigma heeft gebracht, en gaat vervolgens – nogal onvolwassen volgens Paulus – de ander bestrijden die net op een andere manier tot eenzelfde soort inzicht is gekomen. De dankbaarheid aan de inspirator wordt een stok om een ander mee te slaan. Zonde natuurlijk. Voor jezelf, voor het verhaal, maar niet in het minst voor degenen die het verhaal hebben gebracht.

Paulus wijst van zich af. Dick, want zo heet de docent, zal ook van zich afwijzen. Niet al te vroom, dat was niet zijn stiel. Hij zal met een brede glimlach zeggen dat het blijkbaar was wat je nodig had, als ik hem te omstandig zou bedanken. En dat iemand het je wilde geven. Pak het maar aan, ik heb gewoon mijn werk gedaan, dus kijk rustig langs me heen. Er zit iets achter wat jou op het oog heeft, beste theoloog in wording, Rikko Voorberg. Iets anders wat jou iets gunde en je hebt het via mij gekregen. Was ik het niet, dan voor mij een ander, hè? De Eeuwige is niet voor één gat te vangen.

Of iets landt bij een ander is niet aan mij. Ik kan mijn uiterste best doen om werkelijk contact te zoeken, om te luisteren, te leren, mezelf te kennen en te onderzoeken en wijsheid te vergaren. Maar wat er bij de ander gebeurt, ligt buiten mijn bereik. Daar is een andere, grotere geest aan het werk. En als ik iets ontvang wat me raakt, wat ik nodig heb, dan ben ik de ander zielsdankbaar – en ik leer ondertussen van Paulus dat de ander ook een middel was in de hand van iets groters, iets hogers, God – zou Paulus zeggen – die blijkbaar me iets wilde geven. Dankbaar, niet afhankelijk, niemand uitroepen tot nieuwe messias, mijn inspirator niet maken tot een vlag om achteraan te marcheren tegen de ander. Gewoon dankbaar.

Tot zover vanochtend. Een hele goede dinsdag gewenst. Meer PopUpGedachtes te vinden op Lazarusstaatop.nl – en natuurlijk op Spotify en alle podcastchannels onder Lazarus. Vrede gewenst vandaag en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--