Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Mag je als christen ook onaardig zijn?

Alain is het zoetsappige sfeertje onder christenen zat. Alles maar met de mantel der liefde bedekken om de lieve vrede te bewaren. Er schuilt een gevaar in die houding en bovendien leest Alain iets heel anders als hij zijn Bijbel openslaat.

Deel:

Volgens mij moet het Nederlandse christendom vaker zijn tanden laten zien. Als kerkganger in dit polderlandje ben je dubbel belast: in de volksaard zit die typisch Hollandse ‘gezelligheid’ en van je geloof moet je lief zijn. Maar is dat nou wel altijd de beste weg? Ik vraag het me sterk af. Ik denk dat onaardigheid soms broodnodig is om een impasse te doorbreken en de wereld beter te maken – laat die mantel der liefde af en toe lekker thuis.

Laat die mantel der liefde af en toe lekker thuis.

Bijvoorbeeld wanneer er onrecht moet worden bestreden. Een leerzaam voorbeeld komt van aartsbisschop Desmond Tutu: ‘Als een olifant met zijn poot op de staart van een muis staat, zal die muis jou niet dankbaar zijn voor je neutrale positie’. Dat is wel een beetje hoe ik het christendom hier voor me zie. De muis lijdt, de olifant staat rustig, en de christenen lopen er jammerend omheen en schrijven een blog met de titel: ‘Waarom kunnen we nou toch niet gewoon allemaal vrienden zijn?’

Liever een goede sfeer dan rechtvaardigheid

Toen er wereldwijd Black Lives Matter demonstraties plaatsvonden, organiseerden Amsterdamse voorgangers en Joël Voordewind (ChristenUnie) een eigen variant. Een vredesmars voor eenheid en verzoening, want de kloof tussen wit en zwart mocht niet verder groeien. Geweldig sympathiek bedoeld natuurlijk, maar het straalt eens te meer uit dat christenen zichzelf geen woede toestaan. We zijn collectief verworden tot die ene collega op kantoor die geen e-mails kan versturen zonder dat er driemaal onnodig ‘sorry’ in voorkomt. Als die glimlach er maar in zit, als ze maar niet denken dat we over enig temperament beschikken.

Dit hele mechanisme zorgt er ook voor dat de ChristenUnie zo’n fijne coalitiepartner is voor neoliberale rechtse partijen die nog een handjevol zetels tekortkomen om hun plannen door te voeren. Vraagt Rutte je om hulp, dan zeg je geen nee. Zit je eenmaal met Rutte in die regering, dan volg je trouw de afgesproken koers. Toen er vlak voor het zomerreces hoofdelijk werd gestemd over het opvangen van 500 kinderen uit vluchtelingenkampen, durfde een enkele D66’er de middelvinger op te steken naar de coalitiepartners. ChristenUnie stemde braaf tegen de opvang, want er is één ding belangrijker dan rechtvaardigheid, en dat is de goede sfeer.

Het gevaar van ongevaarlijk zijn

Het gebrek aan een beetje gezond gif heeft de kerk ook opgebroken in coronatijd. Toen geestelijk verzorgers in eerste instantie niet eens genoemd werden als cruciaal beroep, zetten de kerken nauwelijks een grote keel op. Lijdzaam volgden we alle maatregelen, zegden onze vieringen dan maar (terecht) af, lieten Pasen geruisloos voorbijtrekken. Maar ook Pinksteren viel compleet in het water, en dat feest was 2,5 maand na het begin van de pandemie. De kerken vertegenwoordigen miljoenen gelovigen, maar konden zich niet kwaad genoeg maken om voor Pinksteren een onvergetelijk, coronaproof alternatief te verzinnen.

Het wemelde verder van het onrecht tijdens deze pandemie – de oversterfte in verzorgingstehuizen, alle bezuinigingen op de zorg in ons land, een dreigende ggz-crisis, het wegkijken van een klimaatramp die al gaande is en steeds minder afwendbaar wordt. Het enige christelijke relletje wat ik in de tussentijd zag langskomen was een zouteloos welles-nietes over avondmaalsvieringen via Zoom. Goh!

Het is nu eenmaal bon ton om als christen ongevaarlijk te zijn. Het christendom hoort in dit land historisch tot de gevestigde orde en is er dus onverhoopt op gericht geraakt om de maatschappelijke status quo in stand te houden. De muis een aai over de bol en een kruimeltje brood geven, de olifant in de kamer straal negeren. Die antirevolutionaire houding kan je echter tot een instrument van diezelfde olifant maken, en dat is een gevaar waarop alle christenen alert moeten blijven.

Jezus is geen lieverdje

Er is niets zo heilzaam tegen vredelievende gezapigheid als een paar hoofdstukjes in de Bijbel lezen. Ik trap er elke keer weer in: in mijn hoofd zijn God, Jezus en de profeten veel aardiger dan ze in de Bijbel zijn. Jezus kibbelt met zijn ouders en met Johannes de Doper en met de duivel en met Schriftgeleerden en met Romeinen. Gaat met een zweep over het tempelplein, noemt heidenen hondjes en Herodes een vos (de credits voor ‘adderengebroedsels’ gaan naar eerdergenoemde Johannes). Spreekt werkelijk alles en iedereen tegen en legt in vrijwel al zijn parabels, maar zeker in de alom geliefde Bergrede, scherpe verwijten richting al zijn toehoorders. Er was bijna geen aardigheid bij, behalve voor kinderen en ongelukkige zielen

Als we meer op Jezus willen lijken, en dat is nog altijd de doelstelling van de meeste christenen, moeten we misschien zijn onaardigheid herontdekken. De heilige woede waarmee je niet direct vrienden maakt, maar wel slaven bevrijdt. Goede woede komt voort uit gekrenktheid over een wereld die mooier zou moeten zijn dan ze is. Goede woede geeft vervolgens de kracht die je nodig hebt om farao’s tegen te spreken, zeeën te splijten, een woestijn door te ploegen en op weg te gaan naar een Beloofd Land. Met een norse uitdrukking op je gezicht, met een kwade olifant achter de rug, maar met dansende muizen om je heen.

Geschreven door

Alain Verheij

--:--