Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Pinksteren fijn en inspirerend? Nou, lees dan even deze kanttekening van Kierkegaard…

Pinksteren lijkt zo’n inspirerend, fijn verhaal. Maar Kierkegaard plaatst er een kanttekening bij, zegt Geert Jan. Want voordat je de Geest echt kunt ontvangen moet eerst wel alle aardse hoop in je zijn afgestorven.

Deel:

We schrijven 1851. Søren Kierkegaard brengt een bundeltje uit met 3 preken. De eerste gaat over Jakobus 1:22-27. Over Gods Woord als spiegel. Over die preek is trouwens pas een prachtig boek verschenen: In God gezien zijn. Kierkegaards oproep om zich te spiegelen in het Woord van Jos Huls.

De 2e preek gaat over Handelingen 1, over de Hemelvaart. Het is een scherpe analyse van hoe wij twijfel onterecht belangrijk maken om maar onder de opdracht tot Navolging uit te komen.

In de 3e preek gaat het over Pinksteren. Het is een toespraak naar aanleiding van Handelingen 2, en de Paulinische uitdrukking dat het 'de Geest is die levend maakt'. In de periode dat hij deze preken schrijft, wordt Kierkegaard steeds directer (en feller) als het gaat om het bekritiseren van een gezapig christendom. Een christendom dat door ‘kleine’ aanpassingen de oproep om je onvoorwaardelijk aan de onvoorwaardelijke liefde van God over te geven, maakt tot een ‘aangename boodschap’. Zo’n ‘Geest die levend maakt’, die kunnen we immers wel gebruiken:

Ken je één gevoel waaraan de mens zich heftiger vastklampt dan aan het levensgevoel? Wat begeert hij sterker dan dat hij het leven in zich voelt kloppen? Wat vreest hij meer dan de dood? En wordt hier nu niet gesproken over een levendmakende geest? Nou, grijp dan toe! Wie zal zich nog bedenken? Breng ons leven, meer leven, laat het in mij bruisen, laat alle leven dansen in mijn binnenste!

Ho, is dit nu wel christendom? Of is het een ontstellende dwaling? Wacht even: dit levend-maken door de Geest ligt niet, zoals je denkt, gewoon in het verlengde van het natuurlijke leven, het is geen verhoging van de natuurlijke levensdrift! […]

Een Geest die levend maakt, wie zou niet met twee handen toegrijpen! Maar eerst moet je sterven. Dat zet dan wel een domper op de zaak! […]

Alle aardse hoop was gestorven

Het is leuk meeleven met een mooie preek over Handelingen 2, maar als je probeert je te vereenzelvigen met de apostelen, als het ware gelijktijdig met hen te worden, is het toch een iets ander verhaal.

Wie hebben het zo pijnlijk moeten ondervinden wat het zeggen wil af te sterven aan de wereld en aan jezelf, als juist de apostelen? Want wie hebben zoveel mogen verwachten en wie werden er in hun verwachtingen juist zo teleurgesteld als de apostelen? Zeker, zeker, er kwam een Paasmorgen en Christus stond op uit het graf; ook volgde de Hemelvaart. Maar wat kwam er toen? Dacht je soms dat het onschokbaarste menselijke vertrouwen zich zou durven inbeelden de opgave aan te kunnen waarvoor de apostelen zich gesteld zagen? Nee, hier moet ieder menselijk vertrouwen wel vertwijfelen. Daarom kwam de Geest, de Geest die levend maakt. De apostelen waren immers als doden, elke aardse hoop in hen was gestorven, ieder zelfvertrouwen, elke menselijke kans op bijstand eveneens.

Radicaal ander perspectief 

Het Evangelie is geen mooi verhaal, het Pinksterevangelie is geen inspirerende vertelling. Althans niet voordat we ‘de domper op de zaak’, het moeten sterven aan onszelf, serieus genomen hebben. Het draait altijd weer om een oproep tot zo’n ommekeer, ook in het Pinksterverhaal, en let op: dat is bij Kierkegaard geen verzoening in de morele zin van dat woord. Het is zoals Jos Huls verwoordt in zijn eerdergenoemde boek:

Door de onvoorwaardelijkheid van het in-God-gezien-zijn, komt ons leven in een radicaal ander perspectief te staan en leren we onszelf zien vanuit dit gezien-en-bemind-zijn in plaats van louter vanuit onszelf. Zo plaatst Kierkegaard tegenover de menselijke verstandigheid, de dwaasheid van het geloof.(p.146)

afbeelding
afbeelding.

Jos Huls neemt in ruim 500 pagina’s de ruimte om op een geweldige manier te laten zien hoe Kierkegaard in al zijn werken, en op een hele geconcentreerde manier in deze ene preek, verwijst naar wat we als mens maar zo moeilijk durven en kunnen toelaten: dat we voorbij ons denken en op de bodem van ons bestaan liefdevol worden aangezien door God. Als je de mystiek van Kierkegaard beter wil gaan begrijpen: lezen dat boek!

In God gezien zijn | Jos Huls | 574 blz |

Geschreven door

Geert Jan Blanken

--:--