Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Pinocchio | Een grimmig sprookje met een moraal waar je jeuk van krijgt

Jaap-Harm keek naar de nieuwe verfilming van een oud en populair verhaal: Pinocchio. Hij vindt het knap dat Disney hier ooit een lieve tekenfilm van heeft kunnen maken, want het blijkt een duister sprookje met een moraal waar hij weinig sympathie voor kan opbrengen.

Deel:

Het schijnt dat Pinokkio, het verhaal over een houten pop die tot leven komt, het op één na meest vertaalde boek ter wereld is. De Bijbel staat nog steeds fier op 1. Na het kijken van Pinocchio, de verfilming van het boek door de Italiaanse regisseur Matteo Garrone, vind ik dat een opmerkelijk gegeven. Het is namelijk een nogal duister sprookje met een knellende moraal.

Mysterieuze levenskracht

In eerste instantie lijkt het daar overigens nog niet op. Het verhaal begint met Gepetto, een arme houtsnijder. In de plaatselijke herberg onderwerpt hij zowel de tafel en de stoel als de deur aan een nauwgezet onderzoek. Ze deugen van geen kant, maar voor een zacht prijsje kan hij alles wel opknappen. Hij weet van geen ophouden. Wie acteur Roberto Benigni nog kent uit zijn Oscar-winnende ‘La Vita è Bella’ kan zich voorstellen hoe deze scène eruitziet. Volop komisch met een onmiskenbaar treurige ondertoon. Uiteindelijk geeft de herbergier zich gewonnen en zet Gepetto een bord eten voor zijn neus. Alles om van het gezeur af te zijn.

Gepetto komt pas echt tot leven als hij de houten poppen van een rondreizend marionettentheater bewondert. Zou hij niet iets soortgelijks kunnen creëren? Daarmee optredend zou hij altijd voorzien zijn van voldoende eten en drinken. Als kijker weet je eerder dan Gepetto dat het blok hout dat hij gaat bewerken mysterieuze levenskracht bezit. En nog voordat Gepetto het houten jongetje voor zich heeft afgerond, weet hij het zelf ook. Die ogen zien hem, de mond antwoordt hem en zodra het kereltje benen en voeten heeft, rent hij prompt de deur uit. Weg van hem.

Lang leve de lol voor Pinokkio

Tot dat moment waan je je nog in een boek van Max Lucado. Welk christelijk kind in de 21e eeuw is er niet groot geworden met de liefdevolle houtbewerker Eli en zijn tobberige creatie Wout, die maar niet loskomt van de stippen en sterren die dorpsgenoten hem opplakken? Niemand is zoals jij, heet dat verhaal en Eli lijkt verdacht veel op Gepetto.

Ware het niet dat Pinokkio een nogal ander spoor bewandelt dan Wout. Niks geen getob. De wijde wereld in. Plezier. Vermaak. Lang leve de lol. Het schoolboek dat Gepetto ruilde voor zijn jas, ruilt Pinokkio met hetzelfde gemak weer in voor geldstukken zodat hij naar het marionettentheater kan. En dan zijn, hoe kan het ook anders, de poppen echt aan het dansen.

Grimmig sprookje

Pinokkio is dan misschien ondeugend, maar hij doet alles vanuit een soort pure onschuld. Hij is nieuwsgierig naar wat de wereld te bieden heeft. En die wereld weet wel raad met zulke onschuldige jongetjes. Hier begint het sprookje grimmig te worden. De kleine marionet wordt ontvoerd door de eigenaar van het marionettentheater en bijna door hem in het kampvuur gegooid als dat niet hard genoeg brandt naar zijn zin.

Uiteindelijk weet Pinokkio zijn medelijden op te wekken en stuurt hij hem zelfs terug naar Gepetto met 5 goudstukken op zak. Pinokkio wordt er alleen maar een meer gewilde prooi van. Een vos en een kat maken hem wijs dat hij zijn munten moet planten in een veld van wonderen. Al snel zullen er dan bomen groeien die per stuk 500 nieuwe munten opleveren. Opnieuw lopen de zaken snel uit de hand en hangt Pinokkio aan een strop te bungelen aan een boom. Knap eigenlijk dat Disney hier ooit een lieve tekenfilm over wist te maken.

Een moraal waar je jeuk van krijgt

Waar het verhaal gaat knellen is als een moraal uit 1883 (het jaar waarin de Italiaan Carlo Collodi het oorspronkelijke boek uitbracht) zo wordt overgeplaatst naar 2020. Pinokkio wordt gered door een fee die hem steeds nieuwe kansen geeft. Als hij graag in een echte jongen wil veranderen, dan kan dat, maar dan moet Pinokkio wel leren om braaf te zijn. Als hij gehoorzaam naar school gaat, dan zal hij krijgen wat hij het liefste wil. Ik heb de indruk dat die andere kinderheld, Pippi Langkous, wat ons betreft op meer sympathie kan rekenen met haar onaangepaste gedrag.

Het zette mij stil bij het verhaal waar ik in geloof. In het ontstaan van Pinokkio herken ik me nog wel. Gepetto vraagt het hem: ‘Bevalt het je hoe ik je gemaakt heb? Mij heel erg!’ Zo’n warme oorsprong doet ieder mens goed, lijkt me. Dat de jongen vervolgens de benen neemt, komt ook nog wel dichtbij. ‘Ik heb je net gemaakt’, zegt Gepetto, ‘toon je nu al geen respect?’ De mens heeft de neiging om, bewust of onbewust, onze liefdevolle oorsprong de rug toe te keren. En van de Rooms-Katholieke liturgie (‘ik belijd dat ik gezondigd heb … in doen en laten’) tot een dankboek van de Correspondent wordt ons iets aangereikt om terug te keren tot wat wij ontvangen hebben.

De mens heeft de neiging om, bewust of onbewust, onze liefdevolle oorsprong de rug toe te keren.

Die gehoorzaamheid als levensgrote voorwaarde om echt tot je bestemming te komen, daar gaat het bij mij ontzettend jeuken. Je voelt mee met de wens van Pinokkio om van houten pop te veranderen in mens van vlees en bloed. Alle ellende onderweg doet hem wel inzien dat het goed is bij Gepetto. Toch zou je zeggen dat de kansen die de fee hem biedt om opnieuw te beginnen Pinokkio meer vormen dan elk braaf uurtje in de schoolbanken. Die kansen zijn als een druppel koel water op een droge tong. Dan wil je niks liever dan gaan drinken uit een goede bron.

Pinocchio zegt: bewijs maar dat je het verdiend hebt. Ik probeer te geloven in een verhaal dat beweert: je krijgt het en laat vervolgens maar zien dat je dát begrepen hebt. Dat voelt toch telkens weer als een opluchting.

Pinocchio | Regie: Matteo Garrone | Met: Roberto Benigni, Federico Ielapi, Marine Vacth, e.a. | vanaf vandaag in de bioscoop

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Geschreven door

Jaap-Harm de Jong

--:--