Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Wees niemand iets schuldig

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Goedemorgen, fijn dat je luistert. Ik ben Rikko Voorberg en ik heb zojuist een PopUpGedachte geschreven om deze woensdag mee te beginnen. De titel van vandaag is:

Wees niemand iets schuldig – PopUpGedachte woensdag 6 november 2019

Ze belde gisteren over het feest van de mensenrechten. Op 10 december bestaan de mensenrechten iets van 71 jaar. Ze zijn dus al een beetje op leeftijd en ik moet toegeven dat je dat wel kunt merken. Er lijken steeds meer mensen te hopen dat ze binnenkort met pensioen gaat, de grande dame van de Rechten van de Mens. Gelukkig is ze nog fit en is haar aanwezigheid des te belangrijker naar mate men roept om haar pensioen of om haar opvolging.

Toch is er iets met mensenrechten. Ik vraag me soms af of er wel iets gewonnen is, als mensen hun rechten hebben behaald. Het is essentieel als er recht gesproken wordt, als iemands rechten hersteld worden of een inbreuk erop aan het licht komt. Maar net als bij een rechtszaak over een inbraak of een geweldsdelict, nádat er recht gesproken is, begint het proces pas. Psychologisch dan, hè? Dan vindt pas de integratie plaats van het gebeurde in het eigen leven. Dan pas kan er nagedacht worden over loslaten, of een plek geven, of vergeven soms. Over hoe nu verder. Als er recht gesproken is, dan zijn we er nog lang niet. Als ik mijn recht geclaimd heb, ben ik nog niet waar ik wezen wil. Juist als het gaat om mensenrechten, is het vaak zo belangrijk dat ánderen de persoon in kwestie van harte geven waar hij of zij volgens onze mensenrechtenverzameling récht op heeft. Als we elkaar mopperend onze godsdienstvrijheid gunnen, de kinderen schoorvoetend en met chagrijn naar school sturen want daar hebben ze helaas recht op, vluchtelingen met de nek aankijken maar ze toch maar een asielprocedure bieden want dat moet nu eenmaal – als dat het geval is, dan zal de grande dame van de mensenrechten op niet al te lange termijn de laatste adem uitblazen. Er is liefde nodig. Een liefde voor dat waar de ander recht op heeft en een gunnend werken om het de ander en elkaar te bieden.

Liefde voor de wet. Dat kent het Joodse volk als geen ander. Het was hun houvast, hun geluk, hun richtsnoer. Het is de moslim die God in zijn barmhartigheid gedenkt omdat hij hem een manier van leven heeft gegeven die werkt. De christenen zitten er altijd een beetje mee te rommelen omdat zij vinden dat de liefde de wet moet overstijgen. En dat is ook zo. Maar dan is het altijd méér dan de wet, niet minder.

Aan de telefoon met de mensenrechtendame dropte ik wat er misschien wel meer nodig is dan mensenrechten zelf en dat is mensen die zich de mensenrechten toe-eigenen als mensenplichten ten opzichte van de ander. Het is aan mij en jou om de ander uit liefde en medemenselijkheid de plek te bieden die een mens nodig heeft in de wereld. Als we de mensenrechten als liefdevolle mensenplichten ten opzichte van elkaar omarmen en integreren, dan kan de grande dame over een poosje feestelijk en met een gerust hart met pensioen.

Of zoals Paulus zegt vandaag: Broeders en zusters, zorgt dat gij niemand iets schuldig zijt. Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde. Wie zijn naaste bemint, heeft de wet vervuld. Want de geboden: gij zult niet echtbreken, niet doden, niet stelen, niet begeren, en alle andere kan men samenvatten in dit ene woord: Bemin uw naaste als uzelf. De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad. Liefde vervult de gehele wet.

Wanneer ben je iemand iets schuldig? Als je diegene niet hebt gegeven wat de ander toekomt of je eigen recht of verlangen vóór dat van de ander hebt doen gaan. Dat kan gebeuren en dat vraagt om een handeling, om rechtzetten. Laat het niet bestaan, zegt Paulus. Laat het enige dat tussen jou en de ander instaat de wet van de liefde zijn, die vraagt om de ander te zien, te gunnen, te waarderen. En laten we zo een samenleving bouwen. Paulus zegt het hier vrij specifiek over de vroege kerk, een mini-samenleving binnen een harde, grotere samenleving. Een plek om te oefenen, te groeien en iets van een nieuwe wereldorde alvast bescheiden te oefenen. En wat is die orde? De wederzijds gevoelde plicht tot werkelijk liefhebben van elkaar en vertrouwen dat daarmee alles wat we nodig hebben wordt vervuld. Een utopie? Natuurlijk. Maar in het streven en het verlangen en het proberen zit de verlossing zelf. Want wie vecht voor zijn recht en wint heeft nog niet wat hij of zij verlangde, de hoop was dat een ander het je wilde gunnen, zomaar, zonder dwang, zonder morren. Gewoon. Laten we daar dan mee beginnen, zegt Paulus.

Tot zover vandaag. Heb het goed. Deel en abonneer en check lazarusstaatop.nl. Voor nu: vrede en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--