Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Schrijf jij geschiedenis of dicteert de geschiedenis jouw toekomst? | The King of Staten Island

Scott is een jonge kerel die z'n tijd verdoet met blowen, mislukte tattoos zetten en SpongeBob kijken. Hij weigert volwassen te worden. Hoe lang kan hij de pijn over het verlies van zijn vader buiten de deur houden?

Deel:

Schrijf jij geschiedenis of schrijft de geschiedenis jou? Dat klinkt wellicht als een foute zelfhulpslogan, maar deze vraag kwam bij me op na het kijken van The King of Staten Island. Scott is 24 en van zijn leven is nog weinig terecht gekomen.

Zijn voornaamste dagbesteding is het roken van joints met zijn vrienden en diezelfde vrienden vragen of hij een stukje van hun huid mag gebruiken om zijn tatoeëervaardigheden te verbeteren. Vooralsnog brengt hij er weinig van terecht. Op enig moment in de film wordt de tatoeage die hij maakte van zijn zus op zijn moeders arm aangezien voor een cockerspaniël.

Verdrietig en boos jongetje

Het verleden heeft diepe sporen getrokken in Scotts leven. Toen hij 7 was kwam zijn vader - brandweerman bij de New Yorkse brandweer - om toen het brandende huis instortte waarin hij aan het blussen was. Die geschiedenis heeft Scott lamgeslagen. Met zijn vrienden maakt hij er dan wel harde grappen over (Klopklop! – Wie is daar? Niet je vader!), maar ten diepste is hij nooit voorbij het punt gekomen dat zijn vader stierf. Hij wacht nog steeds op de man die hem een zetje geeft om de wereld in te gaan. Om te gaan studeren, verantwoordelijkheid te nemen, zelf iemand te worden. Het lijf is gegroeid, maar vanbinnen zit nog steeds een klein jongetje verstopt. Een verdrietig en boos jongetje dat deze wereld maar een nare plek vindt. De tijd vliegt, zegt iemand. Daarom rook ik wiet, zegt Scott, dan gaat de tijd langzamer.

De tijd vliegt, zegt iemand. Daarom rook ik wiet, zegt Scott, dan gaat de tijd langzamer.

Komedie is tragedie plus tijd, luidt een gezegde en voor The King of Staten Island gaat dat op. Tegelijkertijd is duidelijk dat Scott met al zijn grappen terug in de tijd moet om te komen bij de kern van de tragedie die hem getroffen heeft. Fascinerend gegeven hierbij is dat hoofdrolspeler Pete Davidson voor een groot deel is terug te herkennen in Scott. Ook hij verloor zijn vader – die als brandweerman op 9/11 om het leven kwam – en worstelde met de gevolgen van die gebeurtenis.

De pijn vermijden

Als zijn zusje gaat studeren, blijft Scott alleen achter bij zijn moeder. Hangend op de bank, SpongeBob kijkend. Zijn moeder heeft het er maar lastig mee dat haar dochter de deur uitgaat, maar krijgt van Scott de twijfelachtige bemoediging dat hij altijd bij haar zal blijven. Alles komt nog verder in beweging als Scott een jochie van 9 begint te tatoeëren en de vader van het jongetje later verhaal komt halen bij Scotts moeder.

Lang verhaal kort: de boze vader kalmeert al snel en vraagt Scotts moeder mee uit. De twee krijgen een relatie. Die gebeurtenis breekt dwars door Scotts onverschillige masker heen. Ray is namelijk een brandweerman en opeens vliegt Scott terug in de tijd. Hier kan geen grap tegenop, het verdriet raakt hem recht tussen de ogen. Hij gaat alleen niet knock-out, maar wordt strijdbaar. En dan precies op de manier waarvan je als kijker aanvoelt dat het niet verder gaat helpen: Scott zet alles op alles om de relatie tussen Ray en zijn moeder te saboteren.

Het is een diep menselijke neiging om bij pijn weg te willen blijven. 

Wat The King of Staten Island knap doet is Scott steeds meer laten spartelen. Alle gebeurtenissen duwen hem richting de pijn en al zijn inspanningen zijn er op gericht bij die pijn weg te blijven. Dat is een diep menselijke neiging natuurlijk. Kinderen leer je op afstand te blijven als de oven aanstaat. Als je pijn in je rug voelt bij het tillen, zet je die zware doos snel weer op de grond. We plaatsen rubber tegels onder speeltoestellen en slikken paracetamol als de hoofdpijn op komt zetten. We vermijden pijn, omdat pijn ons vaak waarschuwt voor gevaar waar we beter bij uit de buurt kunnen blijven.

Er is ook goede pijn. Je kind zelfstandig laten fietsen, terwijl je duizend doden sterft vanwege alle gevaren die dreigen onderweg. Je wilt er niet nog steeds naast hoeven fietsen als ze 18 zijn. Nog wat kilo’s extra wegdrukken op de sportschool of een kilometer verdergaan met je nieuwe hardloopschoenen aan. Wie niet door de pijn heen bijt wordt niet sterker of fitter. Wie pijn uit het verleden op veilige afstand laat kan zomaar veranderen in een Scott. Lanterfantend op een bank met een joint tussen de lippen terwijl je dromen in rook opgaan. Dan schrijf je geen geschiedenis, maar dicteert de geschiedenis jouw toekomst. Niets verandert. Alles blijft bij het oude. En hoe ouder je wordt, hoe slechter dat je staat.

Niet langer gevangen

Zonder al te veel in detail te treden – dat zou het kijkplezier maar bederven – blijkt dat Scott heling kan vinden te midden van een groep mensen die hem leert op een liefdevolle manier naar zijn verleden te kijken. Als hij de pijn in de ogen kijkt is deze rauw en onverbiddelijk, maar het helpt om de scherpe randjes eraf te laten slijten. Of beter nog: door positieve ervaringen komt er een nieuwe balans in Scotts leven. Als er wordt aangeklopt, staat nog steeds zijn vader niet voor de deur, maar de pijn over het verlies houdt hem niet langer gevangen.

Binnen die nieuwe gemeenschap leert Scott voorzichtig wat nieuwe regels toe te voegen aan zijn eigen levensverhaal in plaats van steeds maar weer terug te vallen in dezelfde kras op de plaat. God en de kerk zijn ver te zoeken in The King of Staten Island, maar na het kijken van de film ga je toch wel dromen van een christelijke gemeenschap waar mensen als Scott op verhaal kunnen komen.

En soms hoor ik verhalen dat dit ook gebeurt. Een plek voor de ‘losers’ en de ‘misfits’. Mannen en vrouwen die pijn meedragen die hun belemmert ten volle te leven. En dan een plek waar ze het weer aandurven, omdat ze ervaren er niet alleen voor te staan. Mensen die zelf hun geschiedenis gaan schrijven. Dat is geen goedkoop stappenplan naar geluk, maar de menselijke waardigheid onderstrepen. Ook als die mens vooralsnog weinig meer presteert dan joints roken, SpongeBob kijken en mislukte tatoeages zetten.

The King of Staten Island | Regie: Judd Apatow| Met: Pete Davidson, Bill Burr, Maude Apatow, Marisa Tomei, Bel Powley, e.a. | vanaf vandaag in de bioscoop

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Geschreven door

Jaap-Harm de Jong

--:--