Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Laat Viktor Frankl je helpen om zin te vinden in het leven

Ons bestaan heeft zin, en dat hoeven wij er niet aan te geven, zegt psychiater Viktor Frankl. Geert Jan loodst je door het bijzondere gedachtegoed van deze man die zijn theorieën noodgedwongen toetste aan de werkelijkheid van het concentratiekamp. 

Deel:

Uiteindelijk moet een mens zich niet zozeer afvragen ‘wat is de zin van mijn leven?’, maar zich realiseren dat hijzelf door het leven bevraagd wordt.

Viktor Frankl (The Doctor and the Soul, 1952)

Als de vraag ‘wat is de zin van mijn leven’ wordt gesteld, zeggen we al snel dat gaat over zingeving. De Weense psychiater Viktor Frankl (1905-1997) zou dat begrip niet snel gebruiken, hoewel hij het voortdurend heeft over ‘zinvol leven’. Hij spreekt liever van zinvinding. En dat is nogal een verschil.

De naam Frankl duikt de laatste tijd vaak op. Nu ben ik nogal in het denken van de man geïnteresseerd, en dat zal mijn waarneming deels bepalen (zoals een reisbestemming plotseling veel meer in het nieuws lijkt voor te komen) maar het blijft een feit dat er nogal eens naar hem verwezen wordt. (In de zomergasten-uitzending met Esther Perel, in columns van Ester van Fenema in de Volkskrant en Stevo Akkerman in Trouw, in de ‘zelfhulp-bestseller’ Ikigai , in een van de eerste scenes van de geweldige Netflix-docu-serie Vietnam, en zo kan ik wel even doorgaan.

Er zit blijkbaar iets aansprekends in Frankls denken waar in deze tijd belangstelling voor is.

Zijn theorieën zijn geleefde werkelijkheid

Dat de theorieën van Frankl een geleefde werkelijkheid in zijn eigen leven zijn geworden zal een van de redenen zijn dat hij tot de verbeelding spreekt en inspireert. Al voor de Tweede Wereldoorlog richtte hij zich op de noodzaak van zin, van de betekenis van het leven als fundamenteel gegeven om ons menselijk bestaan te begrijpen.

Niet de wil tot lust (Freud) of de wil tot macht (Adler) zijn de sleutel om ons geworstel met het leven te doorgronden, maar de ‘wil tot zin’, zegt Frankl. Als je een ‘waarom’ hebt in je leven, kun je elk ‘wat’, elke omstandigheid aan. Hij citeert daar Nietzsche, die hij goed gelezen heeft en serieus neemt, maar hij geeft die uitspraak een heel eigen invulling.

Het kamp overwonnen

Zijn overtuigingen schrijft hij voor het eerst neer in de jaren 30 in een dan nog te publiceren manuscript dat hij in zijn kleren naaide toen hij werd afgevoerd naar een concentratiekamp…  Waar die kleren hem onmiddellijk werden afgenomen en vernietigd.

Onder andere het opnieuw schrijven van dat boek, het zich voorstellen daar ooit college over te geven, die gedachten, die doelen worden vervolgens een belangrijk deel van zijn ‘waarom’.
Als hij vervolgens het kamp overleeft, schrijft hij niet alleen zijn vooroorlogse ideeën opnieuw op, maar heeft hij ze geleefd, getoetst aan de praktijk van zijn eigen (over)leven: hij heeft het ‘wat’ van het kamp overwonnen met een ‘waarom’ van dat wat hij als de zin van zijn bestaan zag. (In zijn ‘waarom’ speelden overigens veel meer mee, zoals de relaties met zijn vrouw en ouders – die allen de kampen niet overleefden -, en veel kleine dagelijkse zaken, maar dat voert hier te ver. Lees -als je kans ziet- vooral zijn beroemde boek De Zin van het Bestaan waarin hij over zijn kampervaringen en zijn ideeën schrijft!)

In de vele publicaties die hij na de oorlog laat verschijnen, in talloze lezingen over de hele wereld, werkt hij zijn visie op het leven verder uit. Er ontstaat een psychologische school die therapievormen ontwikkelt vanuit die basisgedachten: de Logotherapie. (Logos = woord, reden, grond, ook te vertalen als ‘zin’, ‘betekenis’.)

Maar ook los van een therapeutische context spreekt Frankl zinzoekers uit allerlei culturen en met heel verschillende levensbeschouwelijke achtergronden aan. Zinzoekers, die Frankl, zoals gezegd, niet op het spoor zet van zingeving maar van zinvinding.

Zinvol leven is naar buiten gericht

Voor Frankl hééft het bestaan zin, dat hoeven wij er niet aan te geven. Sterker nog, de suggestie dat de mens zingever is, legt het zwaartepunt waar Frankl het juist niet wil hebben: bij de vanuit zijn eigen centrum levende mens, terwijl de mens voor transcendentie is aangelegd, op een werkelijkheid buiten zichzelf. De neurotische mens is naar binnen gericht, met zichzelf en met zijn eigen gedachten bezig. Zinvol leven is naar buiten gericht, daar is de waarde van het leven te vinden.

Dat begint al bij het bewust ervaren, beleven en genieten van de wereld. In het daar iets mee doen, in het creatief worden, ligt ook een belangrijke bron van waarden. Dan komen ‘de wereld’ en mijn persoon bij elkaar in een vruchtbare ontmoeting.
Maar ook als ik niet creatief (meer) kan zijn, als er zo goed als geen mogelijkheden overblijven, heeft het leven zin. Want zelfs, en misschien wel juist ín het lijden is zin te vinden.

Frankl is ervan overtuigd dat de mens beschikt over een fundamentele vrijheid, waardoor zij nooit veroordeeld is tot het noodlottig ondergaan van dingen. Zelfs als ik niets aan de omstandigheden kan veranderen, en zelfs als die omstandigheden uitermate slecht of pijnlijk zijn, heb ik de keus tussen gefrustreerd raken, mezelf tot slachtoffer maken, of ‘ja’ zeggen tegen het leven.

De werkelijkheid heeft zin

Frankls aanpak van het probleem van het lijden bij een mens is heel nuchter en vaak ronduit confronterend. Als er iemand bij hem kwam die zelfmoord wilde plegen was zijn eerste reactie: ‘Waarom zit je hier dan, waarom heb je dat nog niet gedaan?’ Vanuit de kleinste splinters van betekenis die uit het antwoord naar voren kwamen (‘Ik wil eerst nog iets tegen iemand zeggen’, ‘Ik vind het vervelend voor degene die mij vindt’) legde hij het verband met de waarde die het leven blijkbaar toch nog had, en probeerde hij zijn gesprekspartner verder op dat spoor ‘naar buiten’ te krijgen.

‘Zinvinding’ is dan ook het woord dat aansluit bij de kern van Frankl’s denken. De werkelijkheid heeft zin, wij mogen/moeten die in ons eigen bestaan ontdekken, ontsluiten. Niet als een algemene waarheid, maar als iets dat ons unieke, persoonlijke bestaan betreft.

Het leven stelt ons voor een vraag, voor vragen, elke dag en in elke situatie. Door daar luisterend naar op zoek te gaan, en door daar antwoord op te gaan geven, verantwoordelijk voor te worden, kom je de betekenis van jouw leven op het spoor.

Altijd is daar de A/ander

Zijn manier om diagnoses te stellen noemt Frankl het maken van een existentiële analyse. En hoewel hij uit een heel andere traditie en denkwereld komt, is ‘existentialistisch’ een aanduiding die best goed bij zijn visie past. Maar dan geen Existentialisme à la Sartre dat de vrij kiezende mens alleen in het universum ziet staan.

Hij denkt eerder in lijn van Kierkegaard: er is geen algemeen te formuleren zin van het leven, iedereen moet en mag haar zin zelf vinden, maar daarbij zijn we niet alleen. Altijd is daar de A/ander. Frankl is (in ieder geval in zijn therapeutisch denken) geen vrome Jood, maar transcendentie betekent bij hem ook wel degelijk transcendentie. Hoewel hij ervan overtuigd is dat ieder mens een zinvinder is, die die taak in z’n eigen leven kan volbrengen, dicht hij een duidelijke logica en meerwaarde toe aan de ‘religieuze mens’:

Wij zijn van mening dat dit een essentiële karakteristiek van het religieuze mens-zijn is: het is de mens die zijn bestaan niet alleen interpreteert in termen van zijn verantwoordelijkheid voor de vervulling van zijn levenstaak, maar die zijn leven ziet als een verantwoordelijkheid ten overstaan van Degene die hem die taak gegeven heeft.

Met je eigen antwoord aan de slag

Maar zo’n relatie tot de Schepper levert geen gebruiksaanwijzing voor de betekenis van jouw leven op. Nogmaals: wat het leven van jou vraagt in het concrete hier en nu is niet in het algemeen op begrip te brengen. ‘Dat is vragen “wat is de beste zet in het schaakspel?”; een onzinnige vraag!’ We zullen met ons eigen antwoord aan de slag moeten, en zo we leren onszelf ook alleen maar kennen: door verantwoordelijkheid te nemen in het concrete bestaan van alledag. Frankl citeert met instemming Goethe:

Hoe kunnen we onszelf leren kennen? Nooit door reflectie, maar door te handelen. Probeer te doen wat je moet doen en je zult er snel achter komen wie je bent. En wat is dan je taak, wat moet je dan doen? Wat iedere dag van je vraagt!

Luister eens naar het leven

Frankl heeft veel te zeggen, ook in deze tijd. Hij biedt een sterk tegengeluid tegen deterministische mensbeelden, tegen de alomtegenwoordige slachtoffer-mentaliteit, tegen therapievormen die depressie vooral zien als een ‘tekort aan stofjes in de hersenen’, tegen gemakkelijk verkondigd zelfbeschikkingsrecht in zaken van leven en dood.

En uit eigen ervaring kan ik melden dat zijn manier van naar het leven kijken een verademing kan zijn voor degene die de neiging heeft zich in z’n eigen denken vast te draaien, die moe wordt van het zoeken naar waar hij ‘theologisch staat’, zat wordt van de vraag ‘wat is de zin van mijn leven?’. Herkenbaar? Laat Frankl je dan maar eens helpen om te luisteren naar wat het leven hier, vandaag, van je vraagt.

Foto: Photo by Danica Tanjutco on Unsplash

Geschreven door

Geert Jan Blanken

--:--