Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wat we van Plato kunnen leren in de kerk

Maarten leest een oud Grieks verhaal en moet aan de kerk denken. Gelovigen kunnen zo druk zijn met dingen van de hemel dat ze niet zien wat er voor hun voeten ligt. Daarom deelt hij zijn droom...

Deel:

De Griekse filosoof Plato (427-347 v.Chr.) vertelt, bij monde van Socrates, in Theaetetus een verhaal over de filosoof Thales van Milete.

Terwijl Thales de sterren aan het bestuderen was en naar boven keek, viel hij in een greppel. Een Thracisch dienstmeisje spotte met hem, omdat hij zo ijverig was om de dingen van de hemel te kennen dat hij niet zag wat zich vlak voor zijn voeten bevond. Dit is toepasbaar op iedereen die het leven doorbrengt met filosoferen.

Dit verhaaltje werd overgenomen door filosofen Hannah Arendt en Martin Heidegger en doet nadenken over filosofie als dagtaak. Heidegger schreef: ‘We doen er goed aan om ons bij gelegenheid te herinneren, dat wij in de loop van onze tocht wel eens in een put kunnen vallen, zonder ooit de grond te zullen bereiken.’* De filosoof, de professionele denker, wordt tegenover de gewone mens gezet en komt er niet al te fraai uit.

Wat is er mis met dingen van de hemel?

Ik kon het niet helpen dat mijn gedachten bij het lezen van dit verhaaltje naar de (evangelische of andere) kerk getrokken werden.

Hij was zo ijverig om de dingen van de hemel te kennen.' 
Wat is daar mis mee, een christen is toch per definitie gericht op wat boven is? Welja, het is inderdaad lastig om jezelf christen te noemen zonder gericht te zijn op het hemelse, het goddelijke. We zien dat zeker in de christelijke mainstream cultuur, vertegentegenwoordigd in christelijke boeken en songs, die gericht is op het versterken van de persoonlijke relatie met Jezus Christus. Je identiteit en je geestelijke weerbaarheid moeten groeien. De kerk (on- of offline) verwordt dan snel tot het instrument dat die relatie om de zoveel tijd (liefst zelf te kiezen) nieuw leven in moet blazen.

Ik schrijf wat schamper, maar natuurlijk ben ik het ermee eens dat onze blik naar boven gericht mag zijn. Voor de een betekent dat een focus op gebed of het beleven van liturgie, voor de ander overdenken en filosoferen en voor nog een ander aanbidding via muziek, kunst of noem maar op. Dat is goed. En nodig ook. Het is een vast onderdeel van onze geloofsbeleving.

Maar we moeten ons ervan bewust zijn dat dat een comfortzone is. Het is veilig, of beter: het lijkt veilig om je ogen enkel naar boven gericht te houden.

Waar is de ander?

‘ (…) dat hij niet kon zien wat zich voor hem, bij zijn voeten, bevond.’ Nu begin je te zeuren over allerlei valkuilen, zeker? ‘Pas op hiervoor, pas op daarvoor.’ Nee, totaal niet. Het gaat me om wat zich voor, of beter rondom ons bevindt, namelijk de ander.

Houd de onderlinge liefde en gastvrijheid in stand; bekommer u om gevangenen en mishandelden (Hebreeën 13:1-3). Het is een van de vele oproepen in het Oude en Nieuwe Testament om oog te hebben voor wat er voor je voeten gebeurt. Wees er maar zeker van dat we elke dag gevangenen en mishandelden, zeker in de bredere zin van het woord, tegenkomen. Verstopt achter een masker; figuurlijk en tegenwoordig ook letterlijk.

De focus op de ander is een vaste oproep van een reeks oudtestamentische profeten, van Jezus Christus, Paulus en Jakobus. Het wordt daardoor ook duidelijk dat ‘de dingen van de hemel kennen’ en ‘zien wat voor ons, rondom ons, ligt’ bij elkaar horen. Je kunt niet zeggen dat je de dingen van de hemel kent en tegelijkertijd geen oog hebben voor de ander. ‘Wie van de drie is de naaste van het slachtoffer?’, vraagt Jezus in de overbekende gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. ‘Voor wie kan jij een naaste zijn?’, is Jezus’ vraag aan ons. Het is een vast onderdeel van onze geloofsbeleving.

Ik heb een droom

Interpreteer mijn column niet als ‘I have a few points of criticism’, maar wel als ‘I have a dream’. Ik heb een droom over kerken, gemeenschappen, christenen (mezelf incluis!) die erin slagen om het naar boven kijken te integreren met het zien en betrokken te zijn bij wat rondom hen gaande is.

Zolang de coronacrisis en de bijbehorende lockdown duurt, zitten we zelf een soort van gevangen. Maar we kijken tegelijkertijd uit naar een betere periode, waarin weer volop ruimte is om te bewegen. Laat ons onszelf voorbereiden om meer dan ooit christen en kerk te zijn temidden van de mensen, vanuit de liefde van God met liefde voor elkaar en voor de mensen rondom ons.

*(Jacques Taminiaux, Het Thracische dienstmeisje en de professionele denker, Sun, Nijmegen, 2000, p.14)

Maarten Hertoghs is leider in een evangelische kerk (Kuurne, België). Op zijn blog schrijft hij over theologie en maatschappij. 

Geschreven door

Gastauteur

--:--