Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wil je met je westerse, 21e eeuwse blik een beetje meer context van de Bijbel? Deze man kan je helpen!

Heb jij dat ook weleens? Dat je in de Bijbel leest en denkt: volgens mij mis ik hier wat achtergrond. Natuurlijk herken je dat! Daarom laat Rob Bell je graag kennismaken met een een expert op het gebied van bijbelachtergronden: Kent Dobson.

Deel:

Dus, vrienden, mag ik jullie voorstellen? Kent Dobson! Kent en ik kennen elkaar al heel lang en in die lange tijd heeft hij mij meer over de Bijbel geleerd dan wie ook maar. En hij heeft hij een studiebijbel uitgebracht, om je te helpen om de verbanden te zien met de vroeg-joodse en christelijke context van de Bijbel. En als je denkt: nou, het werd tijd dat iemand dat eens deed! Ik dacht hetzelfde.

Ik heb Kent een paar vragen gesteld, zodat je kunt kennismaken met hem en zijn werk.

Hoe het begon

Rob: Ik ben altijd al enthousiast over jouw onderwijs, omdat je zoveel context en geschiedenis en achtergrond geeft – waar is dat voor jou begonnen?

Kent: ‘Ik ben in 2000 naar Israël geweest en daar drong tot me het door: ‘Oh, dit is een echte plaats.’ Tot die tijd was de Bijbel weinig meer dan ‘waarheden’ waarin ik moest geloven of een handig (maar ook verwarrend) boek vol regels. Toen hoorde ik jou en een paar anderen vertellen dat Jezus joods was.

Ik wist niet precies wat dat joods-zijn inhield of wat het betekende voor het leven van Jezus. Ik begon alles over het judaïsme te lezen wat ik maar te pakken kon krijgen. Ik volgde zelfs introductielessen bij de plaatselijke synagoge. Ik leerde dat er niet één judaïsme was in de tijd van Jezus, maar meerdere varianten, een divers, rijk cultureel en religieus klimaat.

Ik ben uiteindelijk naar Israël verhuisd, om wat dichter bij de bron te komen. Ik begon in te zien dat de Bijbel was ontstaan in een bepaald gebied, in de loop van vele eeuwen, in verschillende talen, onder een groep mensen in ontwikkeling, in beslag genomen door politiek, godsdienst, poëzie, oorlog en verlangen. De tekst werd veel interessanter voor me dan het ‘goede boek’ waarmee ik was opgegroeid.’

Studiebijbel met nieuwe gezichtspunten

Hoe kwam je aan dat idee voor zo’n studiebijbel?

‘Ik ben van mening dat je met de Bijbel moet worstelen, hem moet bevragen, omkeren en opnieuw moet gaan lezen met een frisse blik. Er is tegenwoordig zoveel geweldig bronmateriaal dat je kan helpen om dit boek anders te lezen. Ik wilde één studiebijbel maken, met daarin al mijn favoriete onderdelen: achtergrondstudies naar de cultuur, historische geografie, de commentaren van de rabbijnen, verklaringen van de vroege kerk, en taal.

Normaal gesproken houden ze deze onderdelen erg ver bij elkaar vandaan. Het is niet mijn streven om met dit commentaar allesomvattend te zijn, maar om mensen een paar nieuwe gezichtspunten te laten zien en hun eigen nieuwsgierigheid te stimuleren. Ik geloof ook dat de kunst van het uitleggen van de Bijbel een doorlopend en rijk gesprek is dat al heel erg lang geleden is begonnen. De spanningen en (schijnbare) tegenstellingen in de Bijbel hebben een creatieve en levendige dialoog gestimuleerd over betekenis en waarheid vanaf de Oudheid tot het heden.

Rabbijnen, joodse filosofen, schrijvers van het Nieuwe Testament, de vroege kerkvaders en -moeders zaten al vóór ons om de uitlegtafel, en ruim voor de moderne wetenschapper. De eerste eeuw in het bijzonder, de tijd waarin Jezus werd geboren, was een ongelooflijk gevarieerde periode, waarin zeer uiteenlopende ideeën over God de ronde deden. Ik hoop dat een nieuwe generatie van spiritueel nieuwsgierige mensen zich aansluit bij dat oeroude gesprek en zich weer afvraagt wat deze verzameling boeken te openbaren heeft.’

Bijbel: geen wetenschappelijk boek

Hoe zou jij beschrijven wat de Bijbel is?

‘De Bijbel is als Van Goghs schilderij van de zonnebloemen, en niet zozeer een Wikipediapagina over zonnebloemen. Het is geen wetenschappelijk boek. Het zal je niet vertellen wat je moet geloven om God blij te maken. Het zal je eerder laten zien wat geloof doet, dan definiëren wat geloof is (Abraham Heschel zei zoiets). De Bijbel is een kunstwerk, een verzameling verhalen, geschiedenissen, gedichten, gebrekkige karakters en prachtige liederen. Kunst is bedoeld om ons te beïnvloeden, op ons te doorwerken en ons te wekken in ons eigen leven. De Bijbel werkt door op onze verborgen diepten, hoop en dromen, het zet ons in actie, en laat onze illusies zien. Wat betekent het om mens te zijn? Hoe is God? Waarom is er goed en kwaad? Ben ik goed genoeg? Is er iets eeuwigs? Is het heelal heilig? De Bijbel stelt de menselijke vragen die telkens weer opduiken, en komt niet altijd met eenvoudige, eenduidige antwoorden.

De Bijbel wil dat we worstelen met God, dat is precies de betekenis van ‘Israël’. Mens-zijn betekent dat je op een creatieve manier betekenis probeert te ontworstelen aan de chaos van ons leven. De mannen en vrouwen die de Bijbel schreven, die dansten op de liederen en gedichten, waren volledig mens, en gaven artistieke betekenis aan hun menselijke ervaring. Het indrukwekkende van de Bijbel is dat het zoveel verschillende ervaringen bevat. Het grotere verhaal van een God van liefde is niet zo duidelijk zichtbaar op elke pagina. Net als in het ‘echte leven’, gaan gelovige mensen in de Bijbel strompelend en struikelend voort, drie stappen vooruit en twee achteruit. Ze raken gaandeweg langzaam en stilweg doordrongen van het mysterie van een God die universeel is, en niet slechts verbonden aan één stam, wiens wezen vrijheid, goedheid, liefde en genade is.’

Jezus zoekt grenzen op

Als je ons zou kunnen meenemen naar één bepaalde plaats in het Heilige Land om te laten zien hoe een bezoek aan zo’n plek invloed heeft op hoe wij dat verhaal in de Bijbel lezen, waar zou je ons dan naartoe brengen?

‘Ik zou je willen meenemen naar het Meer van Galilea, naar een heuvel vanwaar we het hele meer kunnen overzien. In de verte, net aan de overkant, bevindt zich de noordoostelijke kust. Bijna elk verhaal dat over Jezus wordt verteld, vindt daar plaats, en daarmee wijzigt het de loop van de menselijke geschiedenis. Maar in de tekst staat dat Jezus naar ‘de overkant van het meer’ ging. De ‘overkant’ was letterlijk en symbolisch gezien een ander land, dat rechtstreeks geregeerd werd door Rome, en de Dekapolis werd genoemd.

De ‘overkant’ had de verkeerde godsdienst, de verkeerde politiek en de verkeerde etniciteit. Stel dat je erbij was, toen Jezus aankwam aan de overkant, en daar een naakte man tegen het lijf liep, die onder het bloed zat, een Griek, een onreine zondaar, een psychopaat, zouden we ons dan, met de leerlingen, afvragen wat we daar te zoeken hadden, op die heidense plek? Kunnen we niet naar huis? In zeer duidelijke taal zien we Jezus bewegen, de grenzen opzoeken, naar de uitgestotenen, weg van de veiligheid van de incrowd, ver weg van de joodse dorpen die we in de verte zien liggen. En hij genas, maakte heel, en hij bracht thuis wie krankzinnig en verworpen was – thuis in de diepere betekenis van het woord, waar je ook echt op je plek bent.

Het Nieuwe Testament vertelt, met een vleugje eerste-eeuwse joodse humor, dat de geesten of demonen die bezit hadden genomen van de man, en hem ervan weerhielden heel en uit één stuk te zijn, in de plaatselijke kudde varkens trokken (want joden eten geen bacon) en verdronken in het water. Je beseft dat je precies op die heuvel staat van dit verhaal. Je vraagt je af hoe die dag geweest moet zijn, voor die naakte, bebloede man, voor de leerlingen, voor Jezus’ opdracht in ontwikkeling. Dat is een goede plek om te vragen of jij geïnteresseerd bent in de ‘overkant’ en of je gelooft dat God graag wil dat alle mensen heel zijn.’

Gods eerste openbaring

Wat verrast mensen het meest als ze met jou rondwandelen op de plekken waar de bijbelverhalen zich afspeelden?

‘Hoe het natuurlijke landschap, Gods eerste openbaring, zo duidelijk de achtergrond vormt voor de beelden en metaforen van de bijbelse tekst. Je ziet het hert (de steenbok) van koning David naar water smachten. Je ziet een arend (gier) vliegen, het beeld van God die de Israëlieten wegtrekt uit Egypte. Je kan dezelfde ‘vogels in de lucht’ aanschouwen en ‘ze zaaien niet en oogsten niet’, zoals Jezus leerde. Je kan zitten onder een bremstruik net als Elia. Je kan zwemmen in waterstromen in de woestijn, zoals Jesaja voorzag.

Als je rondloopt in het land, als pelgrim en zwerver, dan proef je een beetje van de bijbelse ervaring, en dat verbindt ons dieper met onze gedeelde menselijke ervaring. Die kant van ons, verslaafd aan technologie, die zo snel afgeleid is, en vaak gedeprimeerd is, lijkt zich open te stellen voor de schoonheid van de natuurlijke wereld en voor de vrouwen en mannen uit de Oudheid die opkeken naar de sterren en vroegen: ‘Wie heeft dit alles geschapen?’ Het verrast me ook dat mensen hun terughoudendheid laten gaan en hun eigen moeilijke vragen over God en het leven delen. Ze stellen zich ervoor open om een Bijbel te ontdekken die ze nog niet eerder op die manier hadden gelezen zoals ze hem nu lezen, op dit moment, staande op dit pad of in de poorten van Jeruzalem.’

Welk misverstand over Jezus kom je het meest tegen?

‘Dat Jezus is gekomen om een einde te maken aan het joodse geloof.’

Spannende tijden

Ik heb wel meegemaakt dat mensen na afloop van een lezing naar jou toekomen en zeggen: ‘Hoe kan het dat ik dit nog nooit eerder heb gehoord?’ Hoe reageer je meestal op die vraag?

‘Nou, ik had er vroeger ook nog niet gehoord. Ik had goede docenten en begon zelf te spitten. Wetenschap speelde zich vroeger af in bibliotheken, colleges voor promovendi en tijdschriften die onmogelijk om te lezen waren. Maar dat is in de afgelopen jaren allemaal gaan veranderen door het uitgeversbedrijf en het alomtegenwoordige internet. Ik ben er ook van overtuigd dat mensen nieuwsgierig zijn en wel een vermoeden hebben dat er meer aan de hand is in de Bijbel dan ze hebben gehoord vanaf de preekstoel. Verbazingwekkend dat we nu meer weten over de culturele context, taal, geschiedenis, de eerste eeuw en de vele verklarende stemmen van de Bijbel dan op enig ander moment in de menselijke geschiedenis.

Dit zijn echt spannende tijden, die tegelijkertijd ook onze religieuze fundamenten opschudden. Bijvoorbeeld, de joodse wereld waarin Jezus zich thuis voelde werd door de gevestigde kerk genegeerd, onderdrukt, belasterd en vergeten. Maar nu zien mensen Jezus in het licht van zijn tijdgenoten. Als een jood uit de eerste eeuw klinkt zijn stem zelfs nog radicaler en mysterieuzer en transformationeler in zijn context, en daardoor transcendent. Niemand wist hier iets van, de bisschoppen van het Concilie van Trente niet, en de reformatoren ook niet. Ik ben zo blij dat ik in deze tijd leef.’

Vragen, vragen, vragen

Je vertelde een keer een verhaal over een rabbi bij wie je college liep, die jou een opdracht gaf om vragen te stellen bij Genesis 22. Herinner je je dat verhaal nog?

‘Rabbi Moshe, mijn professor Rabbijns Judaïsme, vroeg ons om een lijst mee te nemen naar college met waarop de vragen die we hadden na zorgvuldige bestudering van het verhaal waarin Abraham Isaak op het altaar bindt. Toen we klaar waren met het stellen van onze vragen zei hij: ‘Dat is alles? Zijn dit al jullie vragen? Jullie zijn zo gelukkig te prijzen als dit jullie enige vragen waren na het lezen van een dergelijk verontrustend verhaal. Je beseft dat God hier vraagt aan een vader om zijn zoon te doden.’ Hij vertelde ons dat zijn moeder altijd aan hem vroeg als hij thuiskwam uit school: ‘Heb je nog goede vragen gesteld vandaag?’

Vragen, zo bleek, waren geen verboden terrein in het judaïsme. Dat was nieuw voor mij. Binnen mijn religieuze opvoeding waren kritische vragen niet welkom, vooral vragen die onze theologie of God ter discussie stelden. Ik begon te vermoeden dat geloof zonder vragen niet echt geloof was. Het was alsof Rabbi Moshe me toestemming gaf om mijn eigen vragen over God en over de Bijbel in de openbaarheid te brengen. Als God onze eerlijke vragen en twijfels niet zou aankunnen, dan zou Hij niet zoveel voorstellen.

Als ik wat persoonlijker mag worden, ik vond het moeilijk te geloven dat God zelfs maar zou vragen aan Abraham om zijn enige zoon te offeren. En hoe zit dat dan met Jezus? Hielp God Abraham en Isaak uit de moeilijkheden, maar kon Hij niet hetzelfde doen voor zijn enige zoon, Jezus van Nazaret? Eist God echt bloedoffers als genoegdoening? Heeft God Jezus gedood? Dit soort vragen droeg ik toen met me mee, en die zijn nog steeds niet weg, en er is geen eenvoudige antwoorden op te geven, wat mij betreft.”

Zoektocht

Wat hoop je te bereiken met deze nieuwe studiebijbel?

‘Ik hoor weleens: ‘Hoe kom je hieraan?’ En ik weet niet altijd precies waar ik mensen naartoe kan verwijzen. Niet iedereen kan naar Israël gaan om daar te studeren, of kan zich veroorloven om een reis te maken naar het Heilige Land of heeft de tijd om Josephus te lezen (doe dat ook alsjeblieft niet!) of om Hebreeuws te leren. Dit commentaar is een kleine stap om de Bijbel open te leggen, op weg naar meer lezen en meer discussie.

Stel dat als onze zoektocht naar wat waar is gewoon datgene werd: een zoektocht? Wat als we een paar vragen onbeantwoord laten? Wat als we een paar andere uitleggers uitnodigen aan tafel? Wat als mensen gingen luisteren naar hun eigen innerlijke leermeester, in gesprek met de Grote Traditie die aan ons voorafging? Wat als we gewoon een paar paadjes volgen en invalshoeken in de vorm van creatieve interpretaties en dat we wel zien waar ons dat brengt? Wat als de poëzie van de Bijbel op zijn eigen, pre-modernistische voorwaarden zou mogen inwerken op ons innerlijk? Wat als we wat dichter bij de rand van de stroom gingen staan, om met onze ogen dicht in het onbekende te duiken, en om meegevoerd te worden door de transformationele wateren van God? Dat zou toch goed nieuws zijn, dat zou het waard om over te schrijven in een oud boek en om nu nog steeds over door te praten.’

Geloof en wetenschap

Er zijn maar weinig mensen die mij zo hebben geïnspireerd als jij. Wat lees je op dit moment? Waarover denk je na? Waarover heb je de laatste tijd lesgegeven? Wat wil je in het komende jaar heel graag gaan onderzoeken?

‘Ik ben benieuwd of evolutie het nieuwe heilige verhaal is dat we moeten gaan lezen. Het roept allerlei theologische en existentiële vragen op over wat we bedoelen als we het hebben over God, over eeuwigheid en de klaarblijkelijk diepe onderlinge verbondenheid van alles wat we bestaan noemen. Ik ben daarom Thomas Berry gaan lezen, een eenentwintigste-eeuwse profeet.

Ik heb onlangs in een preek geprobeerd te betogen dat de keuze tussen geloof en wetenschap onjuist, dat je niet hoeft te kiezen. En tegelijkertijd moeten we de moed hebben om de kennelijke feiten onder ogen te zien van een 14,5 miljard jaar oud universum. Dit is een splinternieuw spiritueel landschap, zowel diep verontrustend als ongelooflijk spannend. Kun we nog steeds zeggen: ‘God is geduldig’ zonder onze hoofden te schudden in verbazing? We moeten blijven vragen wat het inhoudt om mens te zijn in dit enorme universum.’

Verlossing in dit leven

‘Ik lees ook boeken van Bill Plotkin, een psychotherapeut die vision-quest retraites begeleidt. Hij gelooft in onze oorspronkelijke heelheid als mensen. Naar mijn mening komt dit overeen met wat we zouden kunnen noemen onze oorspronkelijke goedheid in het bijbelse scheppingsverhaal.

Hij gelooft dat we moeten groeien in alle dimensies van onze menselijke psyche, dat alle mensen geroepen zijn om in de diepten van hun ziel te duiken en de kwaliteit hebben om voorop te gaan in een samenleving die steeds zieker wordt. Volgens Plotkin leven we in een ‘patho-adolescente cultuur.’ Dat is een cultuur die vooral geïnteresseerd is in gelijkvormigheid, in een klein leven van persoonlijke en tijdelijke genoegens, van onvolwassen successen en zonder grotere visie.

Het komt me voor dat de kerk haar eigen rol speelt om ons ervan te weerhouden volwassen te worden, ons te verhinderen terug te keren naar de tuin van onze heelheid of onze eigen verlossing binnen dit leven. Ik wil méér heel zijn, radicaler mijn ware zelf zijn en meer veranderd worden ten dienste van heel het leven.

Ik vraag me nu af op welke wijze religie de bron van ware transformatie vergiftigt, of ons juist helpt om erin te duiken. Het antwoord is op dit moment ontwijkend. Het lijkt me dat Jezus, meer dan enig andere religieuze grondlegger, er weinig vertrouwen in had dat geïnstitutionaliseerde overeenstemming, je houden aan de wet of een vrome gelovige zijn veel meer was dan een eerste stap en vaak zelf een oefening was in het doel voorbijschieten. Komend jaar wil ik nadenken over het volgen van Jezus in het licht van deze vragen.’

<hr/>


Benieuwd naar deze studiebijbel? Je kunt ‘m hier bestellen (alleen verkrijgbaar in het Engels).

Geschreven door

Rob Bell

--:--